Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
Met haar grief voert [appellant] aan dat deze vraag, anders dan de kantonrechter heeft gedaan, ontkennend beantwoord dient te worden. Zij stelt dat er geen sprake is van bedrog omdat [appellant] niet op de hoogte was van enige onjuistheid op de factuur van de laptop. Zij stelt alleen het bedrag en het merk van de laptop te hebben geweten en gecontroleerd. [appellant] stelt in de veronderstelling te zijn geweest dat haar toenmalige vriend een actief bedrijf had en dat zij de gestolen laptop via zijn bedrijf heeft aangeschaft. Wel erkent zij dat er een verkeerde datum is opgenomen op de factuur. Zij stelt de laptop niet in 2016 maar in 2017 te hebben gekocht. De stelplicht en bewijslast ter zake van het opzet tot misleiding rusten op Vivat en daaraan dienen strenge eisen te worden gesteld, gezien de gevolgen daarvan voor [appellant] , aldus [appellant] .