ECLI:NL:HR:2004:AQ8089
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsfraude en de gevolgen voor schadevergoeding onder een inboedelverzekering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 december 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] en London Verzekeringen N.V. De eiseres had een schadeclaim ingediend bij de verzekeraar na een diefstal uit haar woning. De verzekeraar weigerde echter dekking te verlenen op basis van de polisvoorwaarden, omdat eiseres opzettelijk onjuiste gegevens had verstrekt. De rechtbank had de verzekeraar toegelaten tot bewijs dat eiseres vervalste nota's had overgelegd ter ondersteuning van haar schadeclaim. Het gerechtshof te Amsterdam had het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van eiseres afgewezen, wat leidde tot het cassatieberoep van eiseres.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht had geoordeeld dat eiseres wist dat de nota's onjuist waren en dat zij opzettelijk onjuiste gegevens had verstrekt aan de verzekeraar. De Hoge Raad bevestigde dat de verzekeraar zich terecht op de polisvoorwaarden kon beroepen, die bepalen dat het recht op schadevergoeding vervalt indien de verzekerde opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt. De Hoge Raad verwerpt het beroep van eiseres en bevestigt de kostenveroordeling in cassatie.
Deze uitspraak benadrukt de strikte eisen die aan verzekerden worden gesteld met betrekking tot de waarheidsgetrouwe opgave van schade en de gevolgen van verzekeringsfraude. De Hoge Raad stelt dat het niet voldoen aan deze verplichtingen kan leiden tot het vervallen van het recht op schadevergoeding, ongeacht de omstandigheden van de zaak.