2.9In opdracht van Achmea heeft toedrachtonderzoeker Biesboer Expertise B.V. (hierna: Biesboer) een onderzoek gedaan naar de oorzaak van de brand. Ook [X] , [Y] en vertegenwoordigers van hun respectievelijke verzekeraars zijn in de gelegenheid gesteld om bij dit onderzoek aanwezig te zijn en een eigen toedrachtonderzoeker in te schakelen. In het onderzoeksverslag van Bierboer wordt onder meer als samenvatting en conclusie van de technische en tactische expertise vermeld dat:
“- op 23 maart 2013 is door brand schade ontstaan in de vrijstaande woning van de heer [A] en mevrouw [B] ;
- deze brand op twee afzonderlijke plaatsen gewoed heeft, namelijk in een ruimte boven het plafond van de 1e verdiepingsvloer c.q. onder de zoldervloer en in/op een deel van het dak van de woning;
- ter hoogte van deze beide zogenaamde ontstaansgebieden de brand is ontstaan in de directe nabijheid van het ten behoeve van een houtkachel aangelegd rookgasafvoerkanaal en wel het deel dat bestond uit dubbelwandig geïsoleerde roestvrij stalen pijpelementen;
- de ontstaansplaats boven het plafond van de 1e verdieping bevond zich op de plaats waar een zogenaamde verdiepingsondersteuning direct op de houten zoldervloer was gemonteerd en er was niet of nauwelijks ruimte gehouden tussen het rookkanaal en de vloer;
- door stralingswarmte en/of warmteoverdracht tussen het rookkanaal en de houten vloer is een smeulproces geïnitieerd, naderhand overgaand in een vlammende brand en
- de brand op/in het dak vrijwel is zeker ontstaan doordat het rookkanaal was aangebracht op korte afstand van houten delen. Deze wijze van aanleg zal tot gevolg hebben gehad dat, door een proces van pyrolyse, de ontbrandingstemperatuur van de houten delen omlaag is gebracht. Bij de brand boven het plafond van de 1e verdieping zal ook het rookkanaal ter plaatse van de dakdoorvoer warmer/heter zijn geworden en wel zodanig dat de ontbrandingstemperatuur van de houten dakdelen is bereikt.
Resumerend wordt dan ook gesteld dat er een causaal verband bestaat tussen de wijze waarom een deel van het rookgasafvoerkanaal ten behoeve van een houtkachel is aangelegd en het ontstaan van de brand in de woning. Bij beide omschreven ontstaansplaatsen was sprake van een brandgevaarlijke situatie doordat, in afwijking van de daarvoor geldende regelgeving (zie punt 4.5 van dit rapport, ), er geen voorzieningen waren aangebracht zoals bijvoorbeeld een door de vloer lopende omkokering, waardoor er een direct en/of vrijwel direct contact mogelijk was tussen het rookkanaal en brandbare materialen.
De brandgevaarlijke plaatsen waren aanwezig in het gedeelte van het rookkanaal dat, zo is medegedeeld, was aangelegd door Aannemersbedrijf [X] .
(….)