ECLI:NL:GHAMS:2020:152

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 januari 2020
Publicatiedatum
28 januari 2020
Zaaknummer
23-003287-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis inzake invoer van cocaïne in hoger beroep

Op 28 januari 2020 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in Suriname in 1973, die gedetineerd is in het Justitieel Complex Zaanstad. De zaak betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 26 augustus 2019 werd uitgesproken. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, waarin hij werd veroordeeld voor de invoer van cocaïne. Tijdens de zitting in hoger beroep op 14 januari 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die verzocht om bevestiging van het eerdere vonnis. Het hof heeft de argumenten van de verdachte en zijn raadsman in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat deze niet tot andere overwegingen leidden dan die van de rechtbank. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank bevestigd, waarbij het hof zich verenigde met de overwegingen die in het vonnis zijn neergelegd. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, met de rechters M.J.A. Plaisier, J.W.H.G. Loyson en M.J.A. Duker, en griffier S.M. Schouten aanwezig. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003287-19
datum uitspraak: 28 januari 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 26 augustus 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-103009-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1973,
adres: [adres],
thans gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 14 januari 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, omdat hetgeen in hoger beroep in verband met de strafoplegging naar voren is gebracht het hof niet tot andere overwegingen brengt dan de rechtbank in haar vonnis heeft neergelegd.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Plaisier, mr. J.W.H.G. Loyson en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van
mr. S.M. Schouten, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
28 januari 2020.
=========================================================================
[…]