ECLI:NL:GHAMS:2020:151
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis inzake invoer van cocaïne en strafmaatappel
Op 28 januari 2020 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 5 september 2019 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in Suriname in 1976, die momenteel gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarin hij was veroordeeld voor de invoer van cocaïne. Tijdens de zitting op 14 januari 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van 38 maanden had geëist, met aftrek van voorarrest, en daarnaast de verbeurdverklaring van een inbeslaggenomen geldbedrag van 600 euro. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, waarbij het hof opmerkte dat het verweer van de verdediging over de hoeveelheid aangetroffen cocaïne niet opging, aangezien er in acht pakketten cocaïne was aangetroffen. Ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte waren reeds door de rechtbank in haar oordeel betrokken en rechtvaardigden geen lagere straf. Het hof heeft de beslissing genomen om het vonnis te bevestigen, met inachtneming van de overwegingen die zijn gepresenteerd.