Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
als het voor u geen probleem is.”
Als twee personen het eens zijn voor een huwelijk, dan kan het gewoon.”
“Ik vind het wel goed.Ik vind het wel belangrijk, ook in het geloof, dat de imam erachter staat, dat hij wel zijn zegen geeft.”
Daar gaat het niet om. Het is uw keuze.”
3.Beoordeling
“niet in verkeerde handen mag komen”. In dit verband is veelzeggend dat [appellant] tevens heeft verklaard
“anders krijgen wij een probleem”waarmee naar het oordeel van het hof niet anders bedoeld kan zijn dan dat deze illegale praktijken niet aan het licht mogen komen. Uit de beelden en de hiervoor onder 2. sub (viii) weergegeven inhoud van het gesprek tussen [appellant] en [de vrouw] komt naar voren dat [appellant] de intentie had het beoogde bruidspaar desgewenst te helpen het verbod op polygamie te overtreden. SBS heeft dan ook met recht kunnen beslissen aandacht te besteden aan dit onderwerp. Daarbij komt dat het hof bij het bekijken van de uitzending heeft geconstateerd dat in een substantieel deel van de uitzending door ervaringsdeskundigen aandacht is besteed aan de ernstige gevolgen die een polygaam religieus huwelijk kan hebben voor de vrouw, zoals het jarenlang gevangen zitten in zo’n huwelijk. De uitzending voldoet aldus aan de eis dat het gaat om journalistieke aandacht voor een misstand die de samenleving raakt. [appellant] heeft nog gesteld dat de nikah geen religieus huwelijk is maar slechts een samenlevingscontract tussen een moslimman en een moslimvrouw, maar die stelling wordt niet gevolgd. SBS heeft aangevoerd dat ‘nikah’ vrij algemeen wordt gebruikt als synoniem voor ‘huwelijk’ en dit onderbouwd met verwijzing naar onder meer een publicatie genaamd
“Moeten we ons zorgen maken over het islamitisch huwelijk?”in Trouw van 7 november 2014, onderzoeksrapporten van de universiteit Maastricht over huwelijksdwang van oktober 2018, vragen van de Tweede Kamer over islamitische huwelijken in Nederland, en het proefschrift van W. Boender met de titel
“Imam in Nederland”. In al deze documentatie wordt het woord ‘nikah’ telkens omschreven als een islamitisch huwelijk. Ook de ervaringsdeskundigen in de uitzending spreken over nikah als islamitisch huwelijk tussen een man en een vrouw. In dit licht bezien alsmede dat [appellant] blijkens de uitzending in dit verband zelf ook refereert naar ‘huwelijk’, is zijn stelling dat nikah geen religieus huwelijk is maar slechts een samenlevingscontract tussen een moslimman en een moslimvrouw, onvoldoende onderbouwd en toegelicht. Ook de stelling van [appellant] dat hij niet als bedienaar van de godsdienst in de zin van artikel 449 Sr en artikel 1:68 BW kan worden aangemerkt, wordt verworpen. Blijkens de beelden van de uitzending en de gesprekken die hij heeft gevoerd met [de vrouw] en [de man] heeft [appellant] zich immers voorgedaan als een functionaris van de moskee die met toepassing van het islamitisch recht religieuze huwelijken sluit en partijen, indien zij dat wensen, daarvan een akte verstrekt.