Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
payerswaps. Alle lastgevers (althans hun rechtsvoorgangers) zijn de swapovereenkomsten aangegaan in combinatie met een of meer door hen bij ABN AMRO gesloten Euribor-leningen, vermeerderd met een individuele opslag (hierna: debetrenteopslag). Onder de renteswap betaalde ABN AMRO het desbetreffende Euribor-tarief over de hoofdsom van de renteswap aan (de rechtsvoorganger van) de lastgever en betaalde deze laatste een vaste rente aan ABN AMRO.
3.De beoordeling
misselling), sub c (strijd met de Wet op de kansspelen) en sub h (de verbrede ontvankelijkheid van Claim Participants), ingetrokken.
payer-swaps met mkb-bedrijven en enkel haar eigen belang nastreefde. ABN AMRO zou belang hebben gehad bij het afsluiten van
payerswaps vanwege de grote hoeveelheid
receiverswaps die zij zelf met professionele marktpartijen gesloten zou hebben.
payerswaps heeft aangeboden, omdat zij vanwege de grote vraag naar
receiverswaps belang had bij de verkoop van
payer swaps aan het mkb, gaat het hof daaraan als onvoldoende toegelicht voorbij. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat als onvoldoende betwist vaststaat dat de met professionele marktpartijen afgesloten
receiverswaps onder meer qua volume, looptijden en hoofdsommen niet
matchenmet de met het mkb afgesloten
payerswaps. Bovendien volgt uit hetgeen Claim Participants stelt niet dat ABN AMRO een met het belang van de lastgevers strijdig belang zou hebben gehad bij het afsluiten van de
payerswaps met hen. Evenmin volgt daaruit dat ABN AMRO bij het afsluiten van de renteswaps met de lastgevers haar gedrag niet mede heeft laten bepalen door hun gerechtvaardigde belangen, maar uitsluitend haar eigen belang centraal heeft gesteld. De in het petitum onder I.d, I.i en I.j gevorderde verklaringen voor recht moeten worden afgewezen.
receiverswap, (iii) een vastrentende lening gecombineerd met een rentefloor, (iv) een variabelrentende lening gecombineerd met een
payerswap, (v) een variabelrentende lening gecombineerd met een rentecap, (vi) een variabelrentende lening gecombineerd met een winstdeler, (vii) een variabelrentende lening gecombineerd met een
cancellablerenteswap, (viii) een variabelrentende lening gecombineerd met een
swaptionen (ix) een variabelrentende lening gecombineerd met een
payerswap en een rentefloor, alle negen bij stijgende en dalende Euribor en gedurende een periode van tien jaar, waarbij in ieder geval wordt uiteengezet hoe de renteswap uitwerkt, indien het Euribor-tarief sterk daalt.
payerswap dan wel een vastrentende lening zouden hebben gekozen, onvoldoende toegelicht. Bij het voorgaande moet in aanmerking worden genomen dat elke wijze van risicoafdekking voor- en nadelen heeft. Daarnaast staat het standpunt dat ABN AMRO aan de lastgevers de genoemde negen combinaties ter afdekking van renterisico voor diende te houden (in eerste aanleg kon volgens Claim Participants nog worden volstaan met vijf afdekkingsvarianten) haaks op het betoog van Claim Participants dat een renteswap in combinatie met een variabelrentende lening ongeschikt, want te complex, is voor het mkb.
hindsight bias.Uitgegaan moet worden van de wetenschap ten tijde van het aangaan van de renteswaps. Als onvoldoende betwist staat vast dat toen ook voor ABN AMRO niet voorzienbaar was dat de rente na 2008 structureel sterk zou gaan dalen. De in het petitum onder I.z gevorderde verklaring voor recht moet worden afgewezen,
overhedgein omvang.
overhedgein looptijd.
generieke kenmerkenis overwogen en beslist, volgt dat de generieke kenmerken niet tot toewijzing van die vorderingen kunnen leiden en dat grief 10 faalt.
participating capgekocht heeft voor een bedrag van € 1,5 miljoen met een looptijd van tien jaar en een uitoefenprijs van 4,05%”. Claim Participants stelt dat in de transactiebevestiging van 15 maart 2005 de
upfrontpremie van € 39.750 niet wordt vermeld, maar dat [X] dat bedrag ten onrechte wel heeft betaald. In de transactiebevestiging staat alleen de maandelijkse premiebetaling voor de rentecap op basis van 0,38% per jaar. ABN AMRO stelt dat [X] op 10 maart 2005 naast een swapovereenkomst (Swap I) een rentecap heeft gesloten met een looptijd van tien jaar en een strike-niveau van 5.00% voor een hoofdsom van € 1.5 miljoen en betwist gemotiveerd dat [X] een dubbele premie heeft betaald. ABN AMRO stelt verder dat uit de gepretendeerde ‘dubbele premiebetaling’ hoe dan ook niet de gevolgtrekking gemaakt kan worden dat er sprake is van de aankoop van een
participating capmet een uitoefenprijs van 4,05% (in plaats van 5,00%). ABN AMRO stelt onder verwijzing naar de
powerpointpresentatie van 8 maart 2005 (productie 108 bij akte overlegging producties van 30 januari 2017) dat [X] de premie voor de rentecap gedeeltelijk
upfront, een bedrag van ongeveer € 39.000, heeft betaald en gedeeltelijk gespreid, gedurende de looptijd van de rentecap in de vorm van een opslag van 0,38% op het door [X] te betalen rentetarief. Claim Participants heeft de transactiebevestiging niet in het geding gebracht en ter zake ook geen bewijs aangeboden, zodat niet is komen vast te staan dat [X] ten onrechte € 39.750 heeft betaald. Wat Claim Participants daarop voortbouwend verder stelt, kan onbesproken blijven. De in het petitum onder I.bb gevorderde verklaring voor recht wordt afgewezen.
litigation funderClaim Participants af te dragen
no-cure-no-pay-vergoeding een schadepost is als bedoeld in artikel 6:96 lid 1 BW (zie het petitum onder I.cc) en evenmin tegen de afwijzing van de gevorderde verklaring voor recht dat de handtekening op de formulieren, die door ABN AMRO als producties 72 en 104 zijn overgelegd, vals zijn (zie het petitum onder I.dd). Die vorderingen liggen derhalve niet ter beoordeling voor.