ECLI:NL:GHAMS:2020:1130
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schorsingsverzoek voorlopige hechtenis wegens vluchtgevaar en COVID-19 maatregelen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 april 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in Rusland en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was op dat moment gedetineerd in het huis van bewaring P.I. Alphen aan den Rijn. Het hof heeft kennisgenomen van de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 4 maart 2020, waarin het bevel tot gevangenhouding was gegeven. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking.
Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de raadsman van de verdachte een mondeling schorsingsverzoek ingediend. Het hof heeft de gronden van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat er ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan. Het hof heeft vastgesteld dat het vluchtgevaar onvoldoende kan worden ingeperkt door het stellen van schorsingsvoorwaarden, en dat de aangeboden borgsom niet voldoende is om het vluchtgevaar te ondervangen.
Hoewel het hof erkent dat de detentie zwaarder is geworden door de COVID-19 maatregelen, zijn deze omstandigheden op zichzelf niet voldoende om de voorlopige hechtenis te schorsen. Het hof heeft daarom het beroep tegen de beschikking van de rechtbank afgewezen, evenals het schorsingsverzoek. De beslissing is genomen in raadkamer en is op 9 april 2020 gepubliceerd.