Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
HURECO TILBURG B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Duur & opzegging” dat de overeenkomst een looptijd heeft van drie jaar en dat de overeenkomst geacht wordt te zijn verlengd na afloop van deze periode, tenzij de overeenkomst uiterlijk drie maanden voor de datum van de afloop van de periode door de opdrachtgever of door G4S is opgezegd. In de overeenkomst staat onder het kopje “
2. Dienstverlening”,subkopje
“2.1 Openingsrondes”dat de mobiele surveillant van G4S het pand opent en daarbij bijvoorbeeld het alarmsysteem uitschakelt en deuren ontsluit. Onder het subkopje
“2. Brand- & Sluitrondes” staat vermeld dat de mobiele surveillant aan het eind van de werkdag brand- en sluitrondes rondes uitvoert en er daarbij op let dat ramen en deuren goed gesloten zijn, dat er zich geen ongewenste personen in het pand bevinden en dat er geen brandgevaarlijke situaties zijn.
Naar aanleiding van het telefonisch onderhoud van zojuist, bevestig ik hierbij dat ZUIDPARK het contract met G4S met ingang van 7 oktober 2015 opzegt.
security” is geregeld of dat “
G4S nog even (moet) blijven zitten”omdat anders het pand wellicht in het weekend niet beveiligd is.
RE: G4S security afrekening per 7 oktober'', waarin onder meer het volgende is opgenomen:
Zojuist heb ik overeenstemming bereikt met G4S voor de continuering van de werkzaamheden. Kosten vanaf 8 oktober 2015 zullen aan VSK XII[opmerking hof: een aan Yield gerelateerde vennootschap]
worden gericht. Vriendelijk verzoek om eerst overleg te plegen alvorens (beveiliging) diensten p.o. worden stil gelegd, dit heeft gevolgen op locatie welke niet gewenst zijn".
Bedankt voor de update. Vooruitlopend op de ontwikkelingen gaarne per 8 oktober jl. de kosten gespecificeerd aanbieden aan: VSK XII (…). Zoals bekend is Zuidpark BV vervallen.”
3.Beoordeling
grieven 1 en 2heeft G4S het volgende gesteld:
het contract” met G4S opgezegd en daarbij tevens om een eindafrekening verzocht. Voorts heeft zij er op gewezen dat G4S contact kan zoeken met de nieuwe eigenaar voor een eventuele voortzetting van “
de diensten”. In deze opzegging is geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende onderdelen van de dienstverlening. G4S kan deze opzegging niet anders hebben opgevat dan dat er een einde kwam aan de afspraken met G4S ten aanzien van alle beveiligings-werkzaamheden. Zij heeft er jegens Hureco geen blijk van gegeven dat zij de reikwijdte van de opzegging niet goed begreep, dan wel dat zij een voorbehoud heeft willen maken voor het geval zij geen overeenkomsten met betrekking tot het verrichten van beveiligingswerkzaamheden met de nieuwe eigenaar/beheerder zou kunnen sluiten. Integendeel: zij heeft naar aanleiding van de e-mail van 8 oktober 2015 geen vragen gesteld aan Hureco. Dat G4S overleg zou hebben gezocht met Hureco over de voortzetting van die werkzaamheden heeft G4S onvoldoende toegelicht. Overigens zou uit dat overleg slechts hebben kunnen volgen dat de dienstverlening op geen enkel onderdeel zou worden voortgezet door Hureco: zij was op dat moment immers geen eigenaar en geen beheerder meer van het pand en had daarmee, zoals zij terecht naar voren heeft gebracht, geen enkel belang meer bij voortzetting. Dat laatste moet voor G4S duidelijk zijn geweest. Dat blijkt uit haar eigen handelen na de e-mail van 8 oktober 2015: zij is in overleg getreden met Yield voor een voortzetting van beveiligingswerkzaamheden en de e-mail van 15 oktober 2015 van Yield aan G4S (zie hierboven 2.8) bevestigt gezien de bewoordingen “
Zoals bekend is Zuidpark BV vervallen” dat de relatie met Hureco was beëindigd. Ook toen zou er nog gelegenheid zijn geweest om jegens Hureco te reageren op de opzegging, maar dat heeft zij nagelaten. Het hof laat in het midden van welke diensten van G4S Yield vervolgens gebruik is gaan maken: dat is een omstandigheid waar Hureco verder buitenstaat. Het hof stelt in dat verband nog wel vast dat G4S na 7 oktober 2015 alle aspecten van de beveiliging aan Yield heeft gefactureerd. Hieruit leidt het hof af dat G4S er ook van uitging dat zij geen enkele contractuele relatie meer had met Hureco na de opzegging. Gelet op het voorgaande heeft Hureco er gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat de mobielesurveillanceovereenkomst met wederzijds goedvinden was opgezegd en dat ook overige tussen hen bestaande overeenkomsten, waaronder in ieder geval de overeenkomst met betrekking tot objectbeveiliging, waren beëindigd door opzegging.
grief 3heeft G4S aan de orde gesteld dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat er geen grondslag bestaat, niet uit overeenkomst dan wel uit andere hoofde om de vordering van G4S toe te wijzen. Volgens G4S is Hureco ongerechtvaardigd verrijkt, dan wel volgt uit de eisen van redelijkheid en billijkheid dat de opzegging gepaard had moeten gaan met een aanbod tot schadevergoeding en kan G4S de werkzaamheden voor de resterende contractperiode in rekening brengen.