In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1984, werd beschuldigd van het achterlaten van straatafval, specifiek een hamburgerdoosje, op 3 juni 2018 op het Sportpark Kadoelen in Amsterdam. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis van 25 februari 2019, waarin de verdachte schuldig was verklaard zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en het tenlastegelegde bewezen verklaard. De verdachte had het afval uit het raam geworpen, waardoor het op de grond terechtkwam. Het hof oordeelde dat de verdachte strafbaar was, omdat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid uitsloten. De advocaat-generaal had een geldboete van € 140,00 geëist, waarvan € 70,00 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Het hof heeft deze eis gehonoreerd en de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 140,00 en twee dagen hechtenis, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis. Het hof benadrukte het belang van een consequent handhavingsbeleid om vervuiling van de leefomgeving tegen te gaan.