In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vrijspraak van de economische politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Nigeria, was aangeklaagd voor het verrichten van taxivervoer zonder een op correcte wijze functionerende boordcomputer in zijn taxi. De tenlastelegging betrof een incident op 9 augustus 2018 te Amsterdam, waar de verdachte als vervoerder op de Tesselschadestraat taxivervoer had verricht zonder de vereiste boordcomputer. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet de nodige zorg had gedragen voor de aanwezigheid van een functionerende boordcomputer, wat in strijd is met artikel 22 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de verdediging vrijspraak bepleit, stellende dat de taxi was uitgerust met een tachograaf die de verplaatsingen bijhield, ook al had de verdachte niet ingelogd. Het hof oordeelde echter dat de verplaatsingen niet aan de verdachte konden worden gekoppeld zonder de juiste inloggegevens. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte alsnog schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten.
De straf die is opgelegd bestaat uit een geldboete van € 1.800, waarvan € 1.000 voorwaardelijk is met een proeftijd van twee jaar. Het hof heeft rekening gehouden met de ernst van de overtreding en de beperkte financiële draagkracht van de verdachte. De verdachte heeft de mogelijkheid gekregen om de boete in termijnen te betalen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld voor het overtreden van de regelgeving die bedoeld is om de consument te beschermen door controle op de naleving van rij- en rusttijden mogelijk te maken.