ECLI:NL:GHAMS:2020:1098
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging leaseovereenkomsten en terugbetaling door Dexia
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 april 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietiging van leaseovereenkomsten tussen [appellant] en Dexia Nederland B.V. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat J.B. Maliepaard, had in hoger beroep beroep ingesteld tegen eerdere vonnissen van de kantonrechter in Amsterdam. De kantonrechter had in een tussenvonnis van 22 januari 2015 vastgesteld dat de appellant's echtgenote, [X], geen schriftelijke toestemming had gegeven voor de leaseovereenkomsten, waardoor deze vernietigbaar waren. Het hof oordeelde dat het bewijsvermoeden dat was ontleend aan de betalingen op een en/of-rekening niet was ontzenuwd door de appellant. Echter, na het horen van getuigenverklaringen, kwam het hof tot de conclusie dat het bewijsvermoeden niet standhield. Het hof vernietigde de eerdere vonnissen en verklaarde de leaseovereenkomsten rechtsgeldig vernietigd op grond van artikel 1:88 en 1:89 BW. Dexia werd veroordeeld tot terugbetaling van de door de appellant betaalde bedragen, verminderd met de opbrengsten van de (uit)geleverde aandelen. De wettelijke rente werd vanaf 8 december 2005 toegewezen. Dexia werd ook veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.