Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Hof: ter zake van het onder 3 bedoelde verblijf op [het hospitaalschip]].
verzekering] 1,00 5,50 5,50
3.Betaling (zie punt 15)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 januari 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de vraag of belanghebbende recht heeft op aftrek van specifieke zorgkosten in verband met haar verblijf op een hospitaalschip. De inspecteur van de Belastingdienst had eerder een aanslag inkomstenbelasting opgelegd, die door de rechtbank was gehandhaafd. Belanghebbende, die als gevolg van een verkeersongeval zwaar gehandicapt is geraakt, verbleef in 2015 twee keer op het hospitaalschip, waar zij 24-uurs begeleiding nodig had. In haar aangifte voor de inkomstenbelasting had zij specifieke zorgkosten opgevoerd, maar de inspecteur betwistte dat deze kosten in aanmerking kwamen voor aftrek. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat zij kosten voor verpleging en verzorging had gemaakt die in aanmerking kwamen voor aftrek. De facturen voor het verblijf op het hospitaalschip gaven geen duidelijkheid over de kosten voor zorg, en het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank dat de aanslag niet te hoog was vastgesteld. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard.