Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Vrijspraak
BESLISSING
spreektde verdachte daarvan
vrij.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 2001, was beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling. De tenlastelegging betrof een incident op 22 december 2016 in Nieuw-Vennep, waar de verdachte een mes dreigend heeft getoond aan het slachtoffer, met de woorden 'moet ik je steken, moet ik je steken, want je doet leip'. Tijdens de zitting in hoger beroep op 21 februari 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.
Het hof heeft vastgesteld dat, hoewel de gedragingen van de verdachte angst hebben ingeboezemd bij het slachtoffer, er onvoldoende bewijs was dat de bedreiging van dien aard was dat bij het slachtoffer redelijke vrees kon ontstaan voor verlies van leven of zwaar lichamelijk letsel. Het hof heeft daarom het vonnis van de kinderrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Tevens is de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het handelen dat de schade zou hebben veroorzaakt. De kosten zijn voor beide partijen.