ECLI:NL:GHAMS:2019:762

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 maart 2019
Publicatiedatum
7 maart 2019
Zaaknummer
200.223.340/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake Deka Hot Moerdijk GmbH & Co. KG tegen Q-Park Operations Netherlands II B.V. met betrekking tot een kennelijke verschrijving in een eerder arrest

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een herstelarrest in hoger beroep tussen Deka Hot Moerdijk GmbH & Co. KG (hierna: Deka) en Q-Park Operations Netherlands II B.V. (hierna: Q-Park). Deka, vertegenwoordigd door advocaat mr. Ch.G.A. van Rijckevorsel, had in een eerder arrest van 5 februari 2019 een veroordeling van Q-Park tot betaling van een bedrag van € 951.305,71 ontvangen. Deka stelde echter dat er een kennelijke verschrijving in het dictum van dat arrest was opgenomen, wat leidde tot een verzoek om verbetering van het arrest. Q-Park, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.J. van Leeuwen, heeft niet gereageerd op het verzoek van Deka om deze kennelijke fout te herstellen.

Het hof heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat de veroordeling in het dictum inderdaad een kennelijke fout bevatte. In plaats van dat Q-Park moest betalen aan Deka, diende het dictum te worden verbeterd zodat het duidelijk werd dat Deka de bedragen aan Q-Park had voldaan uit hoofde van de beschikbaarheidsvergoeding. Het hof heeft besloten om deze fout te herstellen en de verbetering op de minuut van het eerdere arrest vast te leggen.

De beslissing van het hof om de kennelijke fout te verbeteren, werd op 5 maart 2019 in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer. Dit herstelarrest is van belang voor de rechtszekerheid en de juiste uitvoering van de eerdere uitspraak.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.223.340/01
zaaknummer/rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/599617 / HA ZA 15-1140
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 5 maart 2019
inzake
DEKA HOT MOERDIJK GMBH & CO. KG,
gevestigd te Frankfurt am Main (Duitsland),
appellante,
advocaat: mr. Ch.G.A. van Rijckevorsel te Amsterdam,
tegen
Q-PARK OPERATIONS NETHERLANDS II B.V.,
gevestigd te Maastricht,
geïntimeerde,
advocaat: mr. S.J. van Leeuwen te Utrecht.
Partijen worden hierna Deka en Q-Park genoemd.

1.Het geding in hoger beroep

Het hof heeft in deze zaak op 5 februari 2019 een arrest uitgesproken. Bij brief van 13 februari 2019 heeft mr. Van Rijckevorsel voornoemd zich namens Deka op het standpunt gesteld dat de eerste veroordeling in het dictum van dit arrest een kennelijke verschrijving bevat en het hof om verbetering daarvan verzocht. Het hof heeft Q-Park bij e-mail van 19 februari 2019 verzocht uiterlijk op 21 februari 2019 op dit verzoek van de kant van Deka te reageren, van welke gelegenheid Q-Park geen gebruik heeft gemaakt.

2.De beoordeling

De eerste veroordeling in het dictum van het genoemde arrest luidt als volgt:
“veroordeelt Q-Park tot betaling aan Deka van een bedrag van € 951.305,71 alsmede van de bedragen die Deka sinds de akte vermeerdering van eis in reconventie van 11 januari 2017 aan Deka heeft voldaan uit hoofde van de beschikbaarheidsvergoeding, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente telkens vanaf de data waarop Deka de desbetreffende bedragen heeft voldaan tot aan de dag van algehele voldoening;”
Het hof constateert dat het dictum aldus een kennelijke fout bevat die zich voor eenvoudig herstel leent, nu Q-Park abusievelijk is veroordeeld tot betaling van onder meer de bedragen die Deka sinds de akte vermeerdering van eis in reconventie van 11 januari 2017 aan
Dekaheeft voldaan uit hoofde van de beschikbaarheidsvergoeding, terwijl dit laatste
Q-Parkdient te zijn. Het hof zal deze kennelijke fout daarom verbeteren.

3.De beslissing

Het hof:
verbetert het in deze zaak op 5 februari 2019 uitgesproken arrest aldus dat in de eerste veroordeling in het dictum ervan in plaats van “alsmede van de bedragen die Deka sinds de akte vermeerdering van eis in reconventie van 11 januari 2017 aan Deka heeft voldaan uit hoofde van de beschikbaarheidsvergoeding” wordt gelezen “alsmede van de bedragen die Deka sinds de akte vermeerdering van eis in reconventie van 11 januari 2017 aan Q-Park heeft voldaan uit hoofde van de beschikbaarheidsvergoeding”;
stelt de verbetering op de minuut van dat arrest.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, D.J. van der Kwaak en I.A. Haanappel-van der Burg en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 5 maart 2019.