ECLI:NL:GHAMS:2019:74
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bestuurdersaansprakelijkheid van een vennootschap bij niet-afgedragen remboursbetalingen
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een bestuurder van een vennootschap, ParcelPlus B.V., voor het niet afdragen van remboursbetalingen aan PostNL. De appellant, die tevens bestuurder en middellijk aandeelhouder van ParcelPlus is, is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had geoordeeld dat de appellant als bestuurder aansprakelijk was voor het niet doorbetalen van de remboursbetalingen door ParcelPlus aan PostNL. De feiten van de zaak tonen aan dat de appellant al vanaf augustus 2014 op de hoogte was van de financiële problemen van ParcelPlus en dat hij had moeten beseffen dat de vennootschap haar verplichtingen niet kon nakomen. Ondanks deze kennis heeft hij nagelaten om tijdig maatregelen te nemen, wat leidde tot een ernstige verwijtbaarheid. Het hof heeft de grieven van de appellant verworpen en de aansprakelijkheid bevestigd. Het hof oordeelde dat de appellant persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt voor het niet afdragen van de remboursbetalingen, en dat hij verantwoordelijk was voor een behoorlijke omgang met de ontvangen gelden. De rechtbank heeft de vorderingen van PostNL toegewezen, en het hof heeft het vonnis bekrachtigd, waarbij de appellant in de proceskosten is veroordeeld.