Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[naam V.O.F.] ,
[appellant sub 2] ,
[appellant sub 3] ,
[appellant sub 4],
[appellant sub 5],
[appellant sub 6],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
nolens volensheeft aanvaard, enkel vanwege de door [Z] op de v.o.f. uitgeoefende druk. Zij hebben echter geen feiten en omstandigheden aangevoerd die het oordeel kunnen dragen dat [Z] daarbij ontoelaatbare druk heeft uitgeoefend. De druk zou zijn uitgeoefend in een telefoongesprek tussen [appellant sub 4] en [Z] , waarin [appellant sub 4] [Z] heeft geïnformeerd over het bod. [Z] heeft toen volgens [appellanten] niet gezegd dat de v.o.f. het bod moest aanvaarden, maar wel dat zij “thans” moest verkopen omdat dat was afgesproken en dat de restschuld geen probleem was omdat die in het geheel zou worden meegefinancierd. Volgens [appellanten] leidde de verkoop tot een boekverlies van € 347.540 en een restschuld van € 100.000. Zij stellen dat het “uiteraard” niet hun bedoeling was de grond met verlies te verkopen. De uitlatingen die [appellanten] aan [Z] toeschrijven zijn in het licht van de omstandigheden van het geval onvoldoende voor de conclusie dat Rabobank ontoelaatbare druk op de v.o.f. heeft uitgeoefend om de geboden prijs te aanvaarden. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat niet voldoende gemotiveerd is gesteld dat deze prijs op dat moment onder de marktwaarde lag en dat niet is gesteld of gebleken dat de v.o.f. aan Rabobank kenbaar heeft gemaakt dat zij meer tijd voor de verkoop wenste teneinde een hogere opbrengst te kunnen realiseren of dat Rabobank wist of behoorde te weten dat een hogere opbrengst zou worden gerealiseerd bij uitstel van verkoop. Dat het onroerend goed in de boeken voor een hogere waarde was opgenomen, legt in dit verband geen gewicht in de schaal: de boekwaarde was kennelijk niet (meer) met de marktwaarde in overeenstemming. Nu de aan Rabobank verstrekte rechten van hypotheek strekten tot zekerheid van het geheel van de schuld van [appellanten] aan Rabobank, kan voorts niet van een restschuld na verkoop worden gesproken. Ook anderszins is niet (voldoende gemotiveerd) gesteld dat hetgeen Rabobank wist of had behoren te weten omtrent de belangen van [appellanten] bij behoud van de 13 hectare grond [Z] tot een andere reactie op het bod had moeten brengen.