ECLI:NL:GHAMS:2019:540
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen verlenging van gevangenhouding en verzoek tot schorsing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 21 januari 2019. De verdachte, geboren in 1982 en thans verblijvende in het huis van bewaring Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking die de verlenging van zijn gevangenhouding beval. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de raadsman van de verdachte, mr. J. Kleiman, een mondeling schorsingsverzoek gedaan. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank in zijn geheel bekeken en de relevante stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte bestudeerd. De advocaat-generaal en de verdachte waren ook aanwezig tijdens de zitting.
Het hof heeft geconcludeerd dat de gronden voor de verlenging van de gevangenhouding, zoals vastgesteld door de rechter-commissaris, terecht zijn. De raadsman had zich beroepen op een eerder arrest van het hof uit 2018, waarin een soortgelijk feitencomplex aan de orde was, maar het hof oordeelde dat er geen gelijke casus aanwezig was, vooral niet gezien het strafblad van de verdachte. Daarnaast ontbrak er een gedegen reclasseringsrapport met mogelijke schorsingsvoorwaarden en een concreet plan van aanpak, wat leidde tot de afwijzing van het schorsingsverzoek.
De beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze uitspraak is gedaan in raadkamer, waarbij de voorzitter en de raadsheren de beschikking hebben ondertekend, en de advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.