ECLI:NL:GHAMS:2019:540

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 februari 2019
Publicatiedatum
26 februari 2019
Zaaknummer
13/684486-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen verlenging van gevangenhouding en verzoek tot schorsing

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 21 januari 2019. De verdachte, geboren in 1982 en thans verblijvende in het huis van bewaring Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking die de verlenging van zijn gevangenhouding beval. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de raadsman van de verdachte, mr. J. Kleiman, een mondeling schorsingsverzoek gedaan. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank in zijn geheel bekeken en de relevante stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte bestudeerd. De advocaat-generaal en de verdachte waren ook aanwezig tijdens de zitting.

Het hof heeft geconcludeerd dat de gronden voor de verlenging van de gevangenhouding, zoals vastgesteld door de rechter-commissaris, terecht zijn. De raadsman had zich beroepen op een eerder arrest van het hof uit 2018, waarin een soortgelijk feitencomplex aan de orde was, maar het hof oordeelde dat er geen gelijke casus aanwezig was, vooral niet gezien het strafblad van de verdachte. Daarnaast ontbrak er een gedegen reclasseringsrapport met mogelijke schorsingsvoorwaarden en een concreet plan van aanpak, wat leidde tot de afwijzing van het schorsingsverzoek.

De beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze uitspraak is gedaan in raadkamer, waarbij de voorzitter en de raadsheren de beschikking hebben ondertekend, en de advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13/684486-18
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 21 januari 2019, voor zover houdende bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van
23 januari 2019, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman, mr. J. Kleiman.
Bij de behandeling in raadkamer heeft de raadsman namens de verdachte een mondeling schorsingsverzoek gedaan.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust, onder overneming van de motivering van de rechter-commissaris.
Het hof is van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Sv zich thans niet voordoet. De raadsman heeft zich bij het bepleiten van het tegendeel beroepen op een arrest van dit hof uit 2018 waarin sprake zou zijn van een soortgelijk feitencomplex, bestraft met een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. Het hof is niet nu al gebleken dat er in deze zaak sprake zou zijn van een gelijke casus, zeker niet waar het de persoon van de verdachte met inbegrip van diens strafblad betreft.
Wat betreft het schorsingsverzoek constateert het hof dat een gedegen reclasseringsrapport met mogelijke schorsingsvoorwaarden en een concreet plan van aanpak op dit moment ontbreekt. Om die reden zal dit verzoek worden afgewezen.
13/684486-18

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 6 februari 2019 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M.M.H.P. Houben en B. van der Werf, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 6 februari 2019,
de advocaat-generaal