ECLI:NL:GHAMS:2019:5177
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.M. van Amsterdam
- J.D.L. Nuis
- J.W.H.G. Loyson
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vermindering van ontnemingsmaatregel in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 augustus 2019 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van de veroordeelde, die in een eerdere uitspraak van het hof op 11 oktober 2017 was veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 177.266,52 aan de Staat. Dit bedrag was het resultaat van een ontnemingsmaatregel die op 12 februari 2019 onherroepelijk was geworden. De verzoeker heeft op 3 juli 2019 een verzoek ingediend om het resterende bedrag van de ontnemingsmaatregel te matigen. Na het in mindering brengen van de in beslag genomen goederen resteerde er een bedrag van € 166.164,65.
Tijdens de behandeling van het verzoek op 7 augustus 2019 in raadkamer, zijn de verzoeker, zijn advocaat mr. F.P. Slewe, en de advocaat-generaal mr. J.B. Develing gehoord. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. De raadsman van de verzoeker stelde dat het hof de ontnemingsmaatregel te hoog had vastgesteld, omdat de waarde van de inbeslaggenomen hennep niet in mindering was gebracht op de betalingsverplichting. Het hof heeft echter geoordeeld dat de feiten en omstandigheden die de verzoeker aanvoert, reeds bekend waren bij de ontnemingsrechter en dat deze niet van voldoende gewicht zijn om tot een lagere vaststelling van het bedrag te komen.
Het hof heeft het verzoek tot vermindering van de betalingsverplichting afgewezen, omdat het verzoek niet kan leiden tot een andere uitkomst dan eerder is vastgesteld. De beslissing is genomen door de rechters A.M. van Amsterdam, J.D.L. Nuis en J.W.H.G. Loyson, en is uitgesproken in de openbare terechtzitting van het hof.