In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor het onttrekken van goederen aan beslag dat door de deurwaarder was gelegd in verband met een overschreden obligo van ElectronicPartner Nederland B.V. De verdachte had de goederen, die aan zijn winkels waren geleverd, actiematig verkocht met kortingen die onder de inkoopprijzen lagen, waardoor hij de beslissing van de voorzieningenrechter niet respecteerde. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, behalve ten aanzien van de strafoplegging, de vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden en een taakstraf van 240 uren. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 9 maanden geëist, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Het hof oordeelde dat de straf in eerste aanleg onvoldoende recht deed aan de ernst van het feit en legde een gevangenisstraf van 9 maanden op, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van € 50.000,00, terwijl de rest van de vordering niet-ontvankelijk werd verklaard. Het hof benadrukte dat de verdachte aanzienlijke schade had veroorzaakt door de opbrengsten van de verkoop van de goederen niet aan de benadeelde partij te doen toekomen.