ECLI:NL:GHAMS:2019:5059

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 augustus 2019
Publicatiedatum
21 september 2020
Zaaknummer
23-003358-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis met betrekking tot ISD-maatregel en oplegging van straf

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Syrië en thans gedetineerd in P.I. Veenhuizen, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 24 september 2018, waarin hij was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken en een proeftijd van twee jaren. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte schuldig zou worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel, en de raadsvrouw steunde deze vordering.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de opgelegde straf. Het hof overwoog dat de verdachte eerder, bij onherroepelijk vonnis van de rechtbank Noord-Holland op 8 april 2019, de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) was opgelegd voor de duur van twee jaren. Aangezien het feit waarvoor de verdachte werd vervolgd was gepleegd vóór de oplegging van deze maatregel, oordeelde het hof dat het onwenselijk was om de verdachte na het ISD-traject opnieuw met een straf te confronteren.

Daarom heeft het hof besloten om het vonnis van de politierechter te vernietigen ten aanzien van de opgelegde straf en te bepalen dat aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd. Het hof bevestigde het vonnis voor het overige, met inachtneming van de overwegingen in het arrest. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 9 augustus 2019.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003358-18
datum uitspraak: 9 augustus 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 24 september 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-706196-18 tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] (Syrië),
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in P.I. Veenhuizen, gevangenis Norgerhaven te Veenhuizen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 26 juli 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de opgelegde straf. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Oplegging van straf of maatregel

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken, en een proeftijd van twee jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
De raadsvrouw heeft zich hierbij aangesloten.
Het hof overweegt als volgt.
Bij onherroepelijk vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 8 april 2019 is aan de verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders opgelegd voor de duur van twee jaren. Het hof heeft geconstateerd dat het onderhavige feit is gepleegd voordat genoemde maatregel werd opgelegd.
Het hof zal bepalen dat aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd, omdat het onwenselijk is de verdachte na afronding van het ISD-traject nogmaals te confronteren met een straf.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Bepaalt dat aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M.P. Geelhoed, mr. M.M. van der Nat en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. S.L.D. Vriend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 9 augustus 2019.
=========================================================================
[…]