ECLI:NL:GHAMS:2019:4713
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Schorsing van voorlopige hechtenis wegens lange duur van het onderzoek en vertraging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 december 2019 een beschikking gegeven over het verzoek tot opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, geboren in 1991 en thans verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Heerhugowaard. Het hof heeft het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen, maar het verzoek tot schorsing toegewezen. De beslissing om de voorlopige hechtenis te schorsen is genomen in het licht van de lange duur van het onderzoek en de vertraging die op verschillende momenten is opgetreden. De advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.J.W. Tijkotte, zijn gehoord in raadkamer. Het hof heeft vastgesteld dat de inhoudelijke behandeling van de zaak nog niet op korte termijn kan plaatsvinden, wat heeft geleid tot de beslissing om de voorlopige hechtenis te schorsen met ingang van 2 januari 2020, onder bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden omvatten onder andere dat de verdachte zich niet zal onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis en dat hij bij elke oproeping van een justitiële instantie in persoon zal verschijnen. De beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.