2.1.De rechtbank heeft de feiten als volgt vastgesteld.
“1. De woning is een vrijstaande woning. In een door verweerder ingebracht ‘Waarderapport’ opgemaakt door een WOZ-taxateur, alsmede in een daarop gebaseerde matrix zijn onder meer de volgende gegevens vermeld over de woning en over de hierna genoemde vier vergelijkingspanden, alle vrijstaande woningen in [Z] .
adres
bouwjr
inhoud
oppervl.
getaxeerde waarde
peildatum
[A-straat] 6
1938
1.300 m³
1.780 m²
€ 1.846.000
1 januari 2015
verkoopprijs
transactiedatum
[B-straat] 11
1920
1.299 m³
4.124 m²
€ 2.800.000
13 maart 2015
[C-straat] 8
1908
1.416 m³
2.953 m²
€ 2.650.000
11 september 2015
[E-straat 1] 3
1921
1.422 m³
1.267 m²
€ 1.600.000
24 december 2015
[D-straat] 7
1899
1.285 m³
1.532 m²
€ 1.945.000
20 augustus 2015
2. In het rapport zijn de volgende opmerkingen gemaakt bij
[B-straat] 11: Zeer luxe woning, geheel gerenoveerd;
[C-straat] 8: [Villapark] , luxe woning
[D-straat] 7: [Villapark] , matige fundering, scheurvorming gevel.
Bij de woning van eiser is onder ‘Bijzonderheden’ vermeld: [Villapark] . Bij de woning [E-straat 1] 3 zijn geen opmerkingen gemaakt noch Bijzonderheden vermeld.
Aan alle voornoemde woningen zijn cijfers toegekend voor correctiefactoren in verband met kwaliteit (K), onderhoudstoestand (O), uitstraling (U), doelmatigheid (D), voorzieningen (V) en ligging (L) op een schaal van 1 (slecht) tot 5 (uitstekend). Het taxatierapport vermeldt:
“Afwijking per factor en motivering waardeoordeel (..):
O 5% van de waarde van het hoofdgebouw (…), K, U, D en V 10% van de waarde van het hoofdgebouw, L 20% van de waarde van het grondkavel”.
3. Ter zitting heeft verweerder verder aangegeven dat ten aanzien van de [E-straat 1] 3 het in het waarderapport opgenomen cijfer 2 voor de factoren Onderhoud en Voorzieningen ten onrechte als factor 1 is opgenomen in de matrix.
4. Eiser heeft ter onderbouwing van zijn standpunt dat sprake is van achterstallig onderhoud van het dak van de woning een offerte ingezonden, gedagtekend 23 november 2016, van een dakdekkersbedrijf, waarin een aanneemsom is opgenomen van € 123.995 voor ‘pannendak’, van € 5.260 voor ‘zinken goten en hemelwaterafvoeren’ en € 4.355 voor steiger en schaftkeet.
5. Eiser heeft ter onderbouwing van zijn standpunt dat de waarde van de woning te hoog is vastgesteld een taxatieverslag overgelegd. Daarin zijn opgenomen als referentieobjecten:
- ( de voormelde verkoop van) [C-straat] 8, waarbij door de taxateur van eiser is uitgegaan van een andere inhoud, namelijk van 1.550 m³ alsmede
- [F-straat] 6, aangeduid als een vrijstaande villa, bouwjaar 1908, met een inhoud van 875 m³ en een oppervlakte van 1.000 m², op 8 juli 2015 verkocht voor € 1.300.000, en
- [E-straat 2] 1 te [Z] , aangeduid als een ‘fraai vormgegeven woonboerderij tegenover de hockeyvelden van [Z] ’, bouwjaar 1900, met een inhoud van 1.050 m³ en een oppervlakte van 1.200 m², op 15 oktober 2014 verkocht voor € 950.000.
6. In het in opdracht van de gemachtigde opgestelde WOZ-taxatieverslag wordt geconcludeerd tot een waarde van € 1.408.000. In zijn beroepsschrift heeft eiser aangevoerd een waarde van € 1.459.000 voor te staan.
7. In reactie op eisers standpunt omtrent waterhuishouding in het gebied van de woning, heeft verweerder een overzicht overgelegd over het jaar 2016 van de grondwaterstand zoals gemeten in peilbuis [**] , ter hoogte van [A-straat] 3. In de daarbij behorende toelichting is vermeld dat in het jaar 2016 de grondwaterstand met behulp van grondwaterpompen op aanvaardbaar peil is gehouden, dat de grondwaterstand elk uur automatisch wordt gemeten en dat de grondwaterpompen automatisch worden aangestuurd.”