ECLI:NL:GHAMS:2019:4322
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van een vonnis in hoger beroep inzake doodslag na dodelijke verkeersruzie
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1966 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, dat hem op 12 juli 2019 een straf had opgelegd in verband met een dodelijke verkeersruzie op de Ring A10. De advocaat-generaal had gevorderd het vonnis te bevestigen, met uitzondering van de ontzegging van de bevoegdheid om motorvoertuigen te besturen, die voor 10 jaar in plaats van 4 jaar zou moeten worden opgelegd. Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van de ter terechtzitting in hoger beroep gepresenteerde camerabeelden en de verklaringen van getuigen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag op twee slachtoffers, die als gevolg van zijn handelen zijn overleden. Het hof oordeelt dat de verdachte zich niet heeft kunnen beheersen na een gevaarlijke manoeuvre van de motorrijder, wat leidde tot een fatale aanrijding. De strafoplegging van 8 jaar gevangenisstraf is in overeenstemming met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan. Het hof heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar oordeelt dat deze niet opwegen tegen het leed dat hij heeft veroorzaakt.