ECLI:NL:GHAMS:2019:432

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 januari 2019
Publicatiedatum
15 februari 2019
Zaaknummer
23-001646-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

Op 4 januari 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 7 maart 2018 was gewezen in de strafzaak met parketnummer 13-201677-17. De verdachte, geboren in 1975, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 4 januari 2019 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Echter, er was geen schriftelijke indiening van grieven door of namens de verdachte, en er zijn ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder onderzocht wordt.

Op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Dit betekent dat de verdachte niet in de gelegenheid is gesteld om zijn bezwaren tegen het vonnis van de politierechter naar voren te brengen. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 januari 2019, waarbij mr. R.D. van Heffen en mr. S. Vriend niet in staat waren om het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-001646-18
Datum uitspraak: 4 januari 2019
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 7 maart 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-201677-17 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1975,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 januari 2019.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.D.R.M. Boumans, mr. R.D. van Heffen en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. S. Vriend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 januari 2019.
mr. R.D. van Heffen en mr. S. Vriend zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.