ECLI:NL:GHAMS:2019:4258

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 november 2019
Publicatiedatum
29 november 2019
Zaaknummer
23-000272-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor heling en verduistering van fietsen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Marokko in 1984 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad, was eerder veroordeeld voor heling en verduistering van fietsen. De tenlastelegging omvatte zowel het verwerven van fietsen waarvan de verdachte wist of had moeten vermoeden dat deze door misdrijf verkregen waren, alsook het opzettelijk zich toe-eigenen van fietsen die toebehoorden aan een ander.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 oktober 2019 heeft de advocaat-generaal een taakstraf van 140 uur geëist, subsidiair 70 dagen hechtenis. Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft vastgesteld dat er geen concrete en redengevende aanknopingspunten waren die het oordeel rechtvaardigden dat de verdachte de fietsen had geheeld of verduisterd.

Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters in de openbare zitting aanwezig waren.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000272-19
datum uitspraak: 7 november 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-079158-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1984,
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Zaanstad te Westzaan.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 oktober 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Primair:
hij op of omstreeks 22 oktober 2017 te Amsterdam, een goed te weten, twee, althans een, fiets(en), heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed/goederen wist, dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed/goederen betrof.
Subsidiair:
Hij op of omstreeks 22 oktober 2017 te Amsterdam, opzettelijk, twee, althans een, fiets(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten door dit/deze te hebben gevonden, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof – anders dan de politierechter – komt tot een vrijspraak van het aan de verdachte tenlastegelegde.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor de primair ten laste gelegde opzetheling zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 140 uur subsidiair 70 dagen hechtenis.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Daartoe wordt het volgende overwogen. Op basis van het ter terechtzitting verhandelde zijn onvoldoende concrete en redengevende aanknopingspunten gevonden die het oordeel rechtvaardigen dat de verdachte de in de tenlastelegging genoemde fietsen heeft geheeld, dan wel verduisterd, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Bij die stand van zaken komt het hof niet meer toe aan de beoordeling van het voorwaardelijke verzoek tot aanhouding van de verdediging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.D.L. Nuis, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. A.E. Kleene-Krom, in tegenwoordigheid van mr. M.E. van Rijn, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 november 2019.
=========================================================================
[…]