ECLI:NL:GHAMS:2019:4253
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep van heling van een rugtas
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Somalië in 1991 en thans gedetineerd in Detentiecentrum Alphen aan den Rijn, was eerder veroordeeld voor heling van een rugtas. De tenlastelegging betrof het verwerven, voorhanden hebben en/of overdragen van een goed, te weten een rugtas, waarvan de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig was. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die hem had veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 oktober 2019 heeft de verdachte verklaard dat hij de rugtas had gevonden tussen het Rembrandtplein en Amsterdam Centraal Station, maar dat hij zich de exacte vindplaats niet meer kon herinneren omdat hij dronken was. Hij had de tas meegenomen met de intentie deze op een later moment bij een politiebureau af te geven. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte in overweging genomen en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist of had moeten vermoeden dat de rugtas van misdrijf afkomstig was.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters J.D.L. Nuis, A.D.R.M. Boumans en A.E. Kleene-Krom zitting hadden. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. M.E. van Rijn.