Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2] ,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“a. Alle wijzigingen aan het verhuurde, zowel (bij)gebouwen, gronden als alle goederen die zich bij of in het verhuurde bevinden en eigendom zijn van de verhuurder zullen enkel kunnen geschieden na schriftelijke goedkeuring van de verhuurder. Zowel de kosten betreffende de wijziging, als het (toekomstige) onderhoud en eventuele (toekomstige) reparatie van schade aan datgene wat is toegevoegd c.q. gewijzigd aan het verhuurde daarvan komen voor rekening van de huurder. Er zal geen verrekening plaats vinden voor de wijzigingen, mits anders overeengekomen.b. Bij verlaten van de woning/eindigen huur: alle (bij)gebouwen, gronden en goederen die zich bij of in het verhuurde bevinden in oorspronkelijke staat terug brengen. Tenzij de verhuurder er schriftelijk mee akkoord gaat dat dit niet hoeft te geschieden.c. Alle kosten betreffende onderhoud en reparatie aan (bij)gebouwen, gronden en goederen die zich bij of in het verhuurde bevinden, zijn voor rekening van de huurder vanwege het uitzicht op koop en reden van (ver)huur in deze situatie.d. (…)”
“Aangezien wij jouw niet per telefoon (voicemail ingesproken en herhaaldelijk gebeld) kunnen bereiken sturen wij jouw deze e-mail.(…)Wij hebben reeds kennisgenomen dat er diverse schades aan de woning, bijgebouwen, gronden en overige opstallen zijn. Je hebt tot en met 31 juli 2015 de tijd om de schades te (laten) herstellen en de woning per deze datum in de oorspronkelijke (15 november 2010) en in deugdelijke staat aan ons op te leveren. Daartoe ben je o.g.v. artikel 10B van de huurovereenkomst verplicht.Via deze weg stellen wij jou (bij voorbaat) aansprakelijk voor alle ontstane schades tot en met de oplevering per 31 juli 2015 aan de woning, bijgebouwen, gronden en overige opstallen. (…)(…)”
“In mijn bijzijn vond vandaag de oplevering en sleuteloverdracht plaats. We zijn met z’n drieën door woning met bijbehorende schuur, tuin en land gelopen. Naar aanleiding daarvan het volgende.Met cliënt heb ik helaas moeten constateren dat – ondanks uitdrukkelijk voorafgaand verzoek - het gehuurde niet in de oorspronkelijke goede staat is opgeleverd. Er is o.a., doch niet uitsluitend, sprake van ernstige lekkageschade aan muren, plafond en kookeiland, schade aan badkuip, lamellen, zwembad etc. Daarnaast is de schuur / stal ondeugdelijk verbouwd, zijn staldeuren beschadigd, ontbreken allerlei zaken (o.a. looppad + sierboog in tuin, herwerk, bamboe etc) en zijn grasveld / weiland een ‘knollentuin’ geworden.Voorts is de t.b.v. oplevering gedane ‘eindschoonmaak’ onvolledig geweest. In weerwil van ons expliciete verzoek is bijv. de schuur / stal niet schoongemaakt. Overal ligt nog vuil, paardenstront etc. Het is een bende.(…)Conclusie is dat u jegens cliënt tekort bent geschoten in de nakoming van uw (huur)verplichtingen. Zoals u weet houdt cliënt u voor de hieruit voortvloeiende schade aansprakelijk. (…)(…)”
3.Beoordeling
- tot betaling van € 82.460,22 ter zake door [geïntimeerden] geleden schade, te vermeerderen met
de contractuele rente van 1 % per maand vanaf 1 augustus 2015;
- tot betaling van € 1.600,00 ter zake achterstallige huur, te vermeerderen met de
contractuele rente van 1 % per maand vanaf 2 juli 2015;
- tot betaling van € 6.400,00 ter zake ‘compensatie’ voor de tijd die is gemoeid met
uitvoering van werkzaamheden teneinde het gehuurde in de oorspronkelijke staat te
brengen;
- tot betaling van € 1.601,70 ter zake door [geïntimeerden] gemaakte beslagkosten;
- tot betaling van de werkelijk gemaakte buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten – welke
tot en met comparitie worden begroot op € 15.277,54, subsidiair € 12.609,03 (15 % van de
hoofdsom) en meer subsidiair € 1.615,60 (Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke
incassokosten);
- tot betaling van € 2.275,00 in verband met door [appellante] jegens [geïntimeerden] tot en met 30
september 2015 verschuldigde boete, te vermeerderen met € 25,00 per dag vanaf 1 oktober
2015 tot de dag van volledige betaling;
- in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien deze
kosten niet zijn voldaan binnen veertien dagen na het wijzen van vonnis.
situatie 1, de schade aan de bijkeuken. Ten onrechte is daar volgens [appellante] overwogen dat voldoende blijkt dat schade is ontstaan tijdens de huurperiode en dat dit onvoldoende gemotiveerd is weersproken, zodat daardoor het vermoeden van artikel 7:224 BW niet geldt en op grond van artikel 7:218 BW wordt vermoed dat de schade door tekortschieten van [appellante] is ontstaan. Daarom is ten onrechte € 1.950,- aan schadevergoeding toegewezen op dit punt. Ter toelichting stelt [appellante] dat de schade is ontstaan door een lek in de wand en niet door een lekkende kraan. Aannemelijk is dat het een verouderde leiding was en dat dit gebrek al tijdens het aangaan van de huurovereenkomst aanwezig was. Een foto illustreert dat er lekkagesporen zijn aan weerszijden van de muur en dat die lekkage niet door een kraan veroorzaakt kan zijn, maar wel door een verouderde leiding. De bewijslast ligt bij [geïntimeerden] Het witten van de muren komt dan ook op het conto van [geïntimeerden] Subsidiair is het gevorderde schadebedrag veel te hoog. Uit de verkoopbrochure blijkt dat de muur inmiddels al is gewit en de kosten kunnen niet meer bedragen dan wat verf. Uit een offerte van klusbedrijf Flexum blijkt verder dat er hoogstens € 567,- exc. btw aan schade kan zijn.
schade aan de keuken, situatie 3. Het is een oude keuken waarvan veel onderdelen of apparaten al aan vervanging toe waren. Er moet per onderdeel beoordeeld worden of er causaal verband is tussen de lekkage en de schade. Volgens [appellante] is de schade niet ontstaan door verkeerd bijvullen van de verwarmingsinstallatie, is daardoor geen uitzetting van hout, aantasting door schimmel, vervuiling en rotting ontstaan, is de schade niet ontstaan tijdens de duur van de huurovereenkomst, niet door tekortschieten van [appellante] , en het gaat het bij de vordering ter zake niet om enkel de kosten van vervanging van aangetaste lades, kasten, plinten en zijpanelen, maar om een geheel nieuwe keuken. De schade is ten onrechte begroot op € 10.000,-. Ter toelichting voert [appellante] aan dat zij weliswaar ooit de boiler van de verwarmingsinstallatie verkeerd heeft bijgevuld, maar dit enkel tot waterschade aan het plafond heeft geleid en niet aan de keuken, omdat de boiler zich niet boven de keuken bevond. Als de keuken al waterschade had dan komt dat door een lekkende douchebak, maar dat is omdat [geïntimeerden] deze verkeerd hebben gemonteerd. Dit is een gebrek dat al tijdens het sluiten van de huurovereenkomst aanwezig was. Het gebrek had zich niet eerder gemanifesteerd omdat de douche bijna niet werd gebruikt. Als dit al anders is en de oorzaak van de schade ligt in kitwerk dat bijgewerkt moest worden dan nog moet de schade niet voor rekening van [appellante] komen, want is dat een ouderdomsgebrek. Zij woonde toen net in de woning en kon niet vermoeden dat de douchebak al opnieuw afgekit moest worden. In het algemeen moet kit eens in de vijf jaar bijgewerkt worden en zij is nimmer gewaarschuwd dat dit opnieuw moest. Bovendien volgt uit whatsapp gesprekken dat [geïntimeerden] hebben toegezegd de schade te verhelpen. Zij zouden de schilder laten komen. Het plafond zou worden gesausd. Op die toezegging kan niet worden teruggekomen, er is rechtsverwerking of misbruik van bevoegdheid wanneer dit alsnog wordt gevorderd. [appellante] zou dan slechts de kosten van het kitwerk moeten vergoeden, de andere schadeposten staan in een te verwijderd verband en de tekortkoming rechtvaardigt niet dergelijke schadebedragen. [appellante] heeft geen onderdelen van de keuken weggenomen. Volgens een offerte van de KeukenKampioen kan herstel nooit meer dan € 3.000,- hebben bedragen. Verder is een verkeerde waardebepalingsmethode gekozen om het schadebedrag te begroten en zou daarvoor de dagwaarde van ieder individueel keukenonderdeel moeten worden genomen als uitgangspunt. Zelfs al zou de door [geïntimeerden] overgelegde offerte als uitgangspunt moeten worden genomen (waartegen uitdrukkelijk bezwaar is omdat deze afkomstig is van familie van hen) dan moet daar allereerst een bedrag van € 4.500,- aan afvoerkosten van worden afgetrokken. Dat wordt nooit in rekening gebracht door keukenleveranciers. Vervolgens moet een aftrek van oud voor nieuw worden toegepast. De schade komt dan uit op € 3.075,-.
waterschade aan het plafond, situatie 4, is ontstaan door een lekkende douchebak en het verkeerd bijvullen van de boiler. Terecht stelt de kantonrechter volgens [appellante] dat het plafond twee keer heeft gelekt: een keer als gevolg van verouderde materialen en de tweede keer als gevolg van het verkeerd bijvullen van de boiler, maar dat is het gevolg van verouderde materialen, te weten een oude en verkeerd gemonteerde douchebak en een oude boiler die met de hand moest worden bijgevuld. Daarnaast is de aansluiting van de vloer op de bovenverdieping op de wanden beneden niet goed. Dat is een constructief gebrek, waarvan herstel voor rekening van de verhuurder dient te komen.
situatie 10, voor de schade aan de jaloezieën,ter hoogte van € 583,98 . Volgens [appellante] hebben derden die schade veroorzaakt en niet zij. Verder waren de jaloezieën bij aanvang van de huurovereenkomst al oud en beschadigd en is de toewijzing van de nieuwwaarde, zonder aftrek oud voor nieuw, onacceptabel. Daarnaast zijn de kosten van acht uren montage à € 45,- per uur buitensporig. Hoogstens kan € 100,- worden toegewezen.
schade aan de eikenhoutenvloer, situatie 11, op de bovenverdieping en dat ten onrechte ter zake een bedrag van € 3.000,- als schadevergoeding is toegewezen. Derden hebben de woning betreden en de ramen opengezet. De vlekken kunnen gemakkelijk met vloerreiniger worden hersteld. Uit de foto’s van de verkoopbrochure en de verklaring van [A] dat de vloer er prima uitziet volgt dat de vloer niet onherstelbaar is beschadigd en dat een bedrag van € 3.000,- buiten proportie is. De geoffreerde prijs ziet bovendien op 75 m2, terwijl de oppervlakte van de vloer ongeveer de helft bedraagt.
situatie 11, te weten de leistenen vloerbeneden en houdt in dat de vlekken daar geen roestvlekken zijn, maar een watervlek die is ontstaan onder een door [geïntimeerden] opgehangen wc borstelhouder. Bovendien waren er ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst al vlekken op de vloer. Uit de foto’s van de verkoopbrochure blijkt dat de vloer er prima uitziet. Er is geen bewijs dat kosten zijn gemaakt om de vloer in die staat te krijgen zodat toewijzing van € 450,- aan schadevergoeding niet aan de orde is.
schade aan de stalwanden, situatie 13. Volgens haar zijn die niet onherstelbaar beschadigd, zoals blijkt uit de foto’s van de verkoopbrochure. Ze zijn gewoon schoongespoten. Een en ander is meegenomen in het schikkingsbedrag dat partijen zijn overeengekomen in het kader van het terugbrengen van de schuur in de oorspronkelijke toestand.
het zwembad, situatie 14, zo houdt grief X in. Immers de pomp van het zwembad werkte bij aanvang van de huurovereenkomst al niet. Bovendien is het onderhoud van een zwembad dermate precair dat dit niet valt onder het besluit kleine herstellingen. In de huurovereenkomst is er niets over vermeld. De schoonmaakkosten komen dan ook voor rekening van [geïntimeerden]
hekken, situatie 16, voor haar rekening zou dienen te komen. Deze schade is door derden veroorzaakt en [geïntimeerden] hebben toegezegd deze schade zelf te herstellen. Ook hier is sprake van rechtsverwerking dan wel is het misbruik van bevoegdheid de vordering alsnog geldend te maken. Tijdens de huur waren er overigens ook veel gebreken. Deze grief zal op de comparitie nader worden besproken.
weiland, situatie 17, en dat [geïntimeerden] ter zake een schadevergoeding van € 7.308,48 verschuldigd zou zijn. Ter toelichting voert [appellante] aan dat egaliseren van een weiland niet als (het hof begrijpt: herstel van) een gebrek maar als een verbetering moet worden gezien. De paddock is er nog steeds en ziet er prima uit. Kortom: het weiland en de paardrijbak zijn geen gebreken en verkeren in prima staat. Subsidiair is een bedrag van € 7.308,40 veel te hoog en zou herstel niet meer dan € 1.000,- hoeven te bedragen. Deze grief zal op de comparitie nader worden besproken.
de schuur, situatie 12. Die schikking is onder gehoudenheid van protest daartoe (bedoeld zal zijn: onder protest van gehoudenheid daartoe) getroffen. [appellante] heeft nooit de aansprakelijkheid op opeisbaarheid van de vordering ter zake de schuur erkend en is dus niet akkoord gegaan met verhoging van het afgesproken bedrag met de contractuele rente. De schikkingsovereenkomst is onder invloed van dwaling en bedrog tot stand gekomen en moet vernietigd worden. De schuur ziet er namelijk nog hetzelfde uit als bij het totstandkomen van de huurovereenkomst en er is geen enkele schade aan stalwanden draagconstructie of ramen. Als [appellante] dat geweten zou hebben bij het aangaan van de schikkingsovereenkomst had zij die nooit gesloten. [geïntimeerden] zouden ongerechtvaardigd verrijkt worden als € 5.000,- zou worden toegewezen. In ieder geval moet de verhoging met de contractuele rente worden afgewezen, dat stond niet in de afspraken. Het rentebeding is bovendien een oneerlijk beding, zoals eerder aangevoerd. Aldus telkens [appellante] .
situatie 2, het kattenluikonjuist is. De stelplicht en bewijslast dat [geïntimeerden] ermee akkoord zijn gegaan dat het kattenluik zou blijven zitten rust op [appellante] en daaraan heeft ze niet voldaan. [geïntimeerden] zijn er niet mee akkoord gegaan dat het kattenluik bij einde huur zou mogen blijven zitten. Integendeel. De schade komt dus voor vergoeding in aanmerking.
de binnendeur, situatie 5, bij aanvang van de huur niet was beschadigd. Bij einde huur waren herstelwerkzaamheden aan die deur te zien, welke ondeugdelijk waren. De deur moet opnieuw worden geschuurd en geschilderd à € 265,- welke kosten voor rekening van [appellante] dienen te komen.
schade aan de kozijnen, situatie 6, heeft vastgesteld en heeft geoordeeld dat € 1.650,- onevenredig hoog is. Dit was schade ontstaan doordat [appellante] aan de kozijnen hakens en beugels ten behoeve van gordijnen en raambekleding had aangebracht. De herstelkosten waren wel degelijk conform het gevorderde.
jacuzzi, situatie 8, bij aanvang huur onbeschadigd was. Bij het einde huur was de voorzetwand gebroken en stond deze los. Als waar was dat de monteur bij de reparatie van de kraan in 2011 had geconstateerd dat de wand stuk was is de vraag waarom [appellante] er toen bij [geïntimeerden] geen melding van heeft gemaakt. Een antwoord kan alleen maar zijn dat [appellante] de schade heeft veroorzaakt. [appellante] zou haar stelling dan moeten bewijzen dat de schade niet aan haar toerekenbaar was. De kosten van herstel waren € 512,-. Deze grief zal op de comparitie nader worden besproken.
situatie 11, de schade aan de vloeren, zowel de houten vloer als de marmeren vloeren, een onjuist oordeel heeft geveld. Volgens de deskundige van “Parkettree Hoorn” moeten de houten vloeren vervangen worden omdat de schade niet te herstellen is. Volgens het deskundig oordeel van “Mijs Tegels & Sanitair” waren de natuurstenen en marmeren vloeren bij het einde van de huur beschadigd en vervuild door onjuiste en onvoldoende reiniging. Dit betrof veel meer dan gebruikelijke slijtage.
de schuur, situatie 12, door het houden van paarden daar en ten onrechte tot een veroordeling van € 5.000,- schadevergoeding is gekomen. Nu [appellante] terugkomt op de schikking moet de vordering op dit onderdeel volledig worden toegewezen.
de schade aan de stalwanden, situatie 13, niet nauwkeurig is vast te stellen, een schadevergoeding van € 1.000,- redelijk heeft geacht. De stalwanden zijn onherstelbaar beschadigd. Uitblijven van herstel leidt tot waardevermindering, die is begroot op rond de € 20.000,-.
situatie 14, het zwembad. Volgens [geïntimeerden] moet het zwembad vervangen worden. Een vergoeding van € 500,-, zoals door de kantonrechter als schoonmaakkosten toegewezen, dekt bij lange na de werkelijke schade niet.
de bamboe en het pampagras, situatie 15, houdt in dat de vordering op dit punt onterecht is afgewezen. Het was aan [appellante] de beplanting te onderhouden. De beplanting is grotendeels verdwenen, waarschijnlijk door slecht onderhoud en het laten rondlopen van paarden en geiten die daarvan eten, en moet vervangen worden. Dat kost € 3.073,50. Ook is er waardevermindering. De schade wordt begroot op € 3.145,-. Dat bedrag, in elk geval een redelijke vergoeding moet worden toegewezen.
situatie 16, betreffende het hekwerk, de terrassen en de paden. Volgens [geïntimeerden] hebben zij geen (schriftelijke) toestemming gegeven voor de wijziging van de paden en is ten onrechte slecht € 1.500,- aan schadevergoeding toegewezen. Herstel heeft € 8.171,25 gekost en daarnaast is er rond de € 20.000,- aan waardevermindering. Die bedragen komen voor toewijzing in aanmerking.
de situatie (17) rond het weiland en de hekwerken, die onderwerp is van grief XI, is ten onrechte geoordeeld dat € 7.308,40 moet worden toegewezen omdat met de reeds verrichte werkzaamheden tot dit bedrag nog niet al het werk is gedaan en de resterende herstelkosten kunnen worden begroot op € 15.173,40 inclusief btw.
4.Beslissing
uiterlijk op 7 januari 2020 schriftelijk deze data doorgeeft aan het (enquêtebureau van dit) hof;