Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Belastbaar feitArtikel 1Ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan de behartiging van de taak inzake het zuiveren van afvalwater, wordt onder de naam zuiveringsheffing een directe belasting geheven ter zake van het direct of indirect afvoeren op een zuiveringtechnisch werk in beheer bij het waterschap.
(…)
f. woonruimte: een ruimte die blijkens haar inrichting bestemd is om als een afzonderlijk geheel te voorzien in woongelegenheid en waarvan de delen blijkens de inrichting van die ruimte niet bestemd zijn om afzonderlijk in gebruik te worden gegeven;
g. bedrijfsruimte: een naar zijn aard en inrichting als afzonderlijk geheel te beschouwen terrein of ruimte, niet zijnde een woonruimte, een zuiveringtechnisch werk of een riolering.
(…)
a. ter zake van het afvoeren vanuit een woonruimte of een bedrijfsruimte: degene die het gebruik heeft van die ruimte;
(…)
2. Voor de toepassing van lid 1, onderdeel a, is heffingsplichtig:
a. in geval van gebruik van een woonruimte door de leden van een huishouden: degene die
door de ambtenaar belast met de heffing is aangewezen;
b. in geval van gebruik door degene aan wie een deel van een bedrijfsruimte in gebruik is
gegeven: degene die dat deel in gebruik heeft gegeven met dien verstande dat degene die
het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene
aan wie dat deel in gebruik is gegeven.
(…)
(…)
2. Lid 1 is niet van toepassing op de voor recreatiedoeleinden bestemde woonruimten die zich bevinden op een voor verblijfsrecreatie bestemd terrein dat als zodanig wordt geëxploiteerd. De in de vorige volzin bedoelde woonruimten worden tezamen aangemerkt als een bedrijfsruimte dan wel als onderdeel van een bedrijfsruimte.”
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
De aanslag inzake de verontreinigingsheffing wordt ongeacht de
erfpacht, gevestigd op naam van [namen] ;
- van de 95 objecten die zich op het onder 2.4 vermelde terrein bevinden, worden tenminste
45 objecten in verband met permanente bewoning daarvan voor het belastingjaar 2015
rechtstreeks aangeslagen voor de zuiveringsheffing;
- voor de overige objecten wordt er een bedrijfsruimte-aanslag opgelegd aan de exploitant
van het terrein nu die in de exploitatie door die exploitant vallen;
- de voormelde beperkt zakelijk gerechtigden verhuren de woning aan belanghebbende;
ingeschreven in de BRP; het betreft hier een zelfstandige woning die door belanghebbende
permanent wordt bewoond;
- er is een exploitant van het terrein; deze is eigenaar van het (aan [namen] in
erfpacht uitgegeven) perceel waarop de woning zich bevindt, en
5.5. Kosten
6.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover deze betrekking heeft op de aanslag
zuiveringsheffing en op de vergoeding van griffierecht door de heffingsambtenaar aan
belanghebbende;
- laat de uitspraak van de rechtbank voor het overige in stand, en
- verklaart het beroep tegen de uitspraak op bezwaar betreffende de aanslag
zuiveringsheffing ongegrond.