ECLI:NL:GHAMS:2019:4127
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijke aansprakelijkheid en zorgplicht van de bank bij bouwhypotheek op Sint Maarten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 november 2019 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door [appellante] tegen de Curaçao Centrale Hypotheekbank N.V. (CHB). De zaak betreft een bouwhypotheek die [appellante] en [X] in 2006 hebben afgesloten voor de bouw van een woning op Sint Maarten. Na het vertrek van [X] uit Sint Maarten in 2007, heeft [appellante] de hypotheeklasten niet meer volledig kunnen voldoen, wat leidde tot een restschuld na de verkoop van het perceel in 2011. CHB vorderde betaling van deze restschuld, alsook van premies voor levensverzekeringen die aan de hypotheek waren gekoppeld. Het hof oordeelde dat [appellante] hoofdelijk aansprakelijk was voor de schuld, ondanks haar betoog dat zij slechts voor 50% aansprakelijk was. Het hof bevestigde dat de zorgplicht van de bank niet had geleid tot overkreditering en dat CHB niet in strijd met haar zorgplicht had gehandeld. De vorderingen van CHB werden grotendeels toegewezen, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en veroordeelde [appellante] tot betaling van een totaalbedrag van ANG 25.172,59, vermeerderd met rente.