Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Tenlastelegging
(zakendossier 3)
(zaaksdossier 4)
(zakendossier 5)
(zakendossier 5)
hij op of omstreeks 26 september 2015 te Almere, althans in Nederland, opzettelijk een tas (merk Louis Vuitton) met daarin onder andere een geldbedrag van 63 euro en/of een ov-jaarkaart op naam van [aangeefster zaakdossier 5] en/of een Iphone (kleur wit, serienummer 013626007762997), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster zaakdossier 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als bestuurder van een (illegale) taxi/auto waarin voornoemde [aangeefster zaakdossier 5] meereed en/of voornoemde goederen had gelegd, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(zaaksdossier 6)
(zaaksdossier 6)
(zakendossier 7)
(zakendossier 7)
(zaaksdossier 11)
hij op of omstreeks 22 oktober 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een bankpas heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(zaaksdossier 11)
(zaaksdossier 13)
Vonnis waarvan beroep
De bespreking van gestelde vormverzuimen
32. The Court notes that when the applicant at the start of the police interview on 20 August 2009 indicated that he wished to be assisted by his lawyer, he was told that that was not possible (see paragraph 9 above). The Court does not discern from the material in the case file that there were any compelling reasons for the restriction of the applicant’s rights. Rather, it would appear that the only reason not to allow the applicant’s lawyer to be present at the interview was the fact that at the relevant time there was no right in the Netherlands providing for legal assistance during police questioning to adult suspects (see paragraphs 17-18 above). The Court has previously held that such a general and mandatory restriction on the right to be assisted by a lawyer during the pre-trial phase of criminal proceedings does not constitute a compelling reason (see Salduz, cited above, § 56, and Beuze, cited above, §§ 138 and 142).
33. Whilst the absence of compelling reasons does not lead in itself to a finding of a violation of Article 6 (see Ibrahim and Others, cited above, § 262), such absence weighs heavily in the balance when assessing the overall fairness of the criminal proceedings and may tip the balance towards finding a violation. The burden of proof falls on the Government, which must demonstrate convincingly why, exceptionally and in the specific circumstances of the case, the overall fairness of the criminal proceedings was not irretrievably prejudiced by the restriction on access to a lawyer (see Ibrahim and Others, cited above, § 265, and Beuze, cited above, § 165).
Vrijspraak feit 2
Vrijspraak feit 10, primair
Bewijs
IMEI-nummer [IMEI-nummer 1]heeft.
telefoonnummer [telefoonnummer 1](SIL03). Gebleken is dat dit nummer in de telefoon van [verdachte] (Samsung Galaxy S4 met IMEI-nummer [IMEI-nummer 3] ) staat opgeslagen onder de naam ‘
[bijnaam medeverdachte 1]’.
telefoonnummer [telefoonnummer 2](SIL04). Verder is gebleken dat dit telefoonnummer in de telefoon van [verdachte] staat opgeslagen onder de naam ‘
[bijnaam medeverdachte 1]’. Tijdens een verhoor bij de politie op 15 november 2015 heeft [verdachte] verklaard dat hij [medeverdachte 1] ‘
[bijnaam medeverdachte 1]’ noemt.
telefoonnummer [telefoonnummer 3]gegeven als zijn nummer.
[telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3]en het IMEI-nummer
[IMEI-nummer 1]in gebruik zijn geweest bij [medeverdachte 1] en dat zijn bijnamen
[bijnaam medeverdachte 1] , [bijnaam medeverdachte 1] en [bijnaam medeverdachte 1]betreffen.
Fiat 500 Abarth met kenteken [kenteken]is op 28 november 2014 voor een bedrag van € 11.000,- gekocht door en op naam gesteld van [medeverdachte 1] . Het hof leidt evenwel uit de navolgende feiten en omstandigheden af dat niet [medeverdachte 1] , maar [medeverdachte 2] de feitelijke eigenaar van dit voertuig is. Zo heeft [medeverdachte 1] verklaard dat de auto alleen op zijn naam stond, maar dat hij er niet in reed. [medeverdachte 1] beschikt ook niet over een rijbewijs B, benodigd voor het besturen van een dergelijke auto. [medeverdachte 2] daarentegen is in 2015 veelvuldig door de politie gecontroleerd waarbij alleen hij telkens als bestuurder van die Fiat werd aangetroffen. De Fiat 500 is op 16 november 2015 in beslag genomen. In een opgenomen telefoongesprek op 15 januari 2016 zegt [medeverdachte 2] onder meer dat een bepaalde garage hem bekend voorkomt ‘
Misschien bij die Fiat, waar ik die Fiat heb gehaald’ en op de vraag van de ander of hij nog iets heeft gehoord over de Fiat, antwoordt [medeverdachte 2] ‘
Nee man, nog onderzoek’. In een telefoongesprek later die dag zegt [medeverdachte 2] ‘
[bijnaam medeverdachte 1](naar het hof begrijpt: [medeverdachte 1] )
moet volgende maand voorkomen. Als hij vrij komt mag hij volgens mij gelijk die ding meenemen. Ik zit te kijken man, tussen de 10 zo 11. 10 denk ik strak. Dan doe ik hem wel weg.’
Nee man, nog onderzoek’). Uit het feit dat [medeverdachte 2] in de ik-vorm spreekt (‘
waarikdie Fiat heb gehaald’ en ‘
Dan doeikhem wel weg’) volgt naar het oordeel van het hof eveneens dat [medeverdachte 2] de feitelijke eigenaar is van de auto. Een bevestiging hiervoor kan ook worden gevonden in het feit dat bij de doorzoeking van de woning van [medeverdachte 2] aan de [adres] te Amsterdam op 8 februari 2016 typische, aan de eigenaar toebehorende, voorwerpen betreffende de Fiat 500 zijn aangetroffen: de autosleutel, de koopovereenkomst van 28 november 2014, de aankoopfactuur ten bedrage van € 11.000,-de tenaamstelling op naam van [medeverdachte 1] en een brief betreffende het kentekenbewijs en de tenaamstellingscode voor de Fiat 500. Het hof is op grond van het voorgaande van oordeel dat [medeverdachte 2] als eigenaar van de Fiat met kenteken [kenteken] dient te worden aangemerkt.
telefoonnummer [telefoonnummer 4]. Dat telefoonnummer maakt het meest gebruik van de zendmast op de locatie [locatie 1] te Amsterdam. Dat is ongeveer 500 meter van de woning van [medeverdachte 2] aan de [adres] te Amsterdam. In de top tien van tegennummers van dit telefoonnummer staan telefoonnummers die te koppelen zijn aan [medeverdachte 1] en [verdachte] . Bovendien peilt het telefoonnummer [telefoonnummer 4] op 1 oktober 2015 omstreeks 19.50 uur uit op de Hugo de Grootkade 18 te Amsterdam, ongeveer 200 meter van de locatie waar [medeverdachte 2] – blijkens een politiemutatie – op die datum en ongeveer dat tijdstip ruzie had. Eén en ander rechtvaardigt de conclusie dat [medeverdachte 2] de gebruiker is van genoemd telefoonnummer.
telefoonnummer [telefoonnummer 5]. Dit telefoonnummer werd tevens gebruikt in een advertentie op Marktplaats. In het kader van een pseudokoop werd contact opgenomen met dit telefoonnummer. De gebruiker nam vervolgens contact op via WhatsApp en stuurde daarbij een nieuw telefoonnummer, te weten het
telefoonnummer [telefoonnummer 6]. Op de profielfoto behorende bij dit nummer wordt [medeverdachte 2] herkend door verbalisant [verbalisant] . Vervolgens werd een technische actie aangesloten op het nummer [telefoonnummer 6] . Hieruit blijkt dat het toestel met dit nummer tijdens het merendeel van de opgenomen gesprekken gebruikmaakt van een zendmast op de locatie [locatie 1] te Amsterdam, 500 meter verwijderd van het eerder genoemde adres van [medeverdachte 2] . Zo ook tijdens een gesprek met een vrouw op 26 november 2015. Deze vrouw noemt de gebruiker van voormeld nummer ‘ [voornaam medeverdachte 2] ’ en ‘vieze Oostblokker’. [medeverdachte 2] is geboren in [geboorteplaats] te voormalig Joegoslavië. Ook tijdens een gesprek op 27 november 2015 maakt het telefoonnummer gebruik van voormelde zendmast. Tijdens dit gesprek, met een man die zichzelf bekend maakt als een medewerker van de gemeente Amsterdam, noemt de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 6] zichzelf ‘meneer [medeverdachte 2] ’ en geeft hij de postcode en het huisnummer van zijn moeder op.
Fiat Abarthmet kenteken [kenteken] en de gebruiker is van de telefoonnummers
[telefoonnummer 4] , [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 6].
Ford Focus met kenteken [kenteken] .[verdachte] was tevens eigenaar van een grijze
Renault Megane met kenteken [kenteken]. Deze auto is op 10 november 2015 door de politie doorzocht, waarbij een Nokia is gevonden met
IMEI-nummer [IMEI-nummer 5]. [verdachte] heeft bij de politie verklaard dat die telefoon van hem was. In die telefoon heeft een simkaart met het
telefoonnummer [telefoonnummer 7]gezeten. In (onder andere) zijn verhoor van 17 november 2015 geeft [verdachte] dit nummer op als zijn telefoonnummer. Op 16 november 2015 wordt in de Nokia een simkaart met
telefoonnummer [telefoonnummer 8]geplaatst. Blijkens stemherkenning is [verdachte] dan nog steeds de gebruiker van deze telefoon.
telefoonnummer [telefoonnummer 9]heeft van 22 oktober 2015 tot en met 10 november 2015 in dit toestel gezeten. Aan dit nummer was het WhatsApp profiel onder de naam ‘Orhan’ gekoppeld. Er waren twee recente chatgesprekken, met ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’ en ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’, waarbij die ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’ en die ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’ (de bijnaam van [medeverdachte 1] ) gebruikmaakten van het telefoonnummer 31616739372.
[IMEI-nummer 5], de telefoonnummers
[telefoonnummer 7] , [telefoonnummer 8] en [telefoonnummer 9] ,de
Ford Focus met kenteken [kenteken]en de
Renault Megane met kenteken [kenteken].
woonachtig op de [adres]wilde bezoeken, als kennelijk leugenachtig voor het bewijs gebruikt. Uit voorgaande overwegingen volgt evenwel dat het hof dat deel van de verklaring niet in de bewijsoverwegingen heeft betrokken, zodat de voorwaarde niet is vervuld en het verzoek kan worden gepasseerd.
Bewezenverklaring
op 28 september 2015 te Overveen, op de openbare weg, de [adres zaakdossier 3] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [aangever zaakdossier 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee, inhoudende een geldbedrag van ongeveer 800,- euro en twee bankpassen en een rijbewijs en verzekeringspassen en een Oostenrijkse identiteitskaart, toebehorende aan [aangever zaakdossier 3] , welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededader een op een vuurwapen gelijkend voorwerp hebben gericht op het hoofd van [aangever zaakdossier 3] en tegen [aangever zaakdossier 3] hebben gezegd: "Money, money, money"
op 26 september 2015 in de gemeente Almere, door geweld en andere feitelijkheden [aangeefster zaakdossier 5] heeft gedwongen tot het ondergaan van één of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het brengen en bewegen van zijn stijve penis in de vagina van [aangeefster zaakdossier 5] en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheden hierin dat verdachte, voorafgaand en tijdens bovengenoemde handelingen
op 26 september 2015 in de gemeente Almere, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas met daarin onder andere een geldbedrag van 63 euro en een ov-jaarkaart op naam van [aangeefster zaakdossier 5] en een iPhone (kleur wit, serienummer 013626007762997 ) toebehorende aan [aangeefster zaakdossier 5] ;
op 10 november 2015 te Spanbroek, gemeente Opmeer, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een kluis of stalen kast weg te nemen enig goed toebehorend aan [bedrijf] en/of aan [aangeefster zaakdossier 6] , en zich daarbij de toegang tot die kluis of stalen kast te verschaffen door middel van verbreking van (een slot van) voornoemde kluis of stalen kast, opzettelijk met zijn mededader, naar die kluis of stalen kast is toegegaan, waarna verdachte en zijn mededader, met een breekijzer, (het slot van) die kluis of stalen kast hebben geforceerd;
op 10 november 2015 te Spanbroek, gemeente Opmeer, voorhanden heeft gehad in een auto, merk Renault, een spuitbusje cs-gas met de tekst; "American style NATO super-paralisant cs-gas", zijnde een voorwerp dat bestemd is voor het treffen van personen met (een) verstikkende, weerloosmakende en/of traanverwekkende stof, zijnde een wapen in de zin van artikel 2, lid 1, categorie II onder 6 van de Wet wapens en munitie;
op 12 november 2015 te Purmerend, op de openbare weg, de [adres zaakdossier 7] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [aangever zaakdossier 7] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 50,- euro toebehorende aan [aangever zaakdossier 7] , welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededader een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan [aangever zaakdossier 7] hebben getoond en tegen [aangever zaakdossier 7] hebben gezegd: "Geld, geld, Money, Money";
op 12 november 2015 te Purmerend, op de openbare weg, de [adres zaakdossier 7] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een tas (met inhoud), toebehorende aan [aangeefster zaakdossier 7] en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en vergezellen van geweld en bedreiging met geweld tegen [aangeefster zaakdossier 7] en/of diens echtgenoot [aangever zaakdossier 7] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, met zijn mededader een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan [aangever zaakdossier 7] heeft getoond en tegen [aangeefster zaakdossier 7] en/of [aangever zaakdossier 7] heeft gezegd: "Geld, geld, money, money" en "Niet gillen, anders ga ik schieten", en [aangeefster zaakdossier 7] op de grond hebben geduwd en voornoemde tas, welke [aangeefster zaakdossier 7] droeg, heeft vastgepakt en [aangeefster zaakdossier 7] heeft geschopt en, toen [aangever zaakdossier 7] zijn vrouw wilde helpen en/of beschermen, [aangever zaakdossier 7] met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op zijn achterhoofd heeft geslagen en [aangever zaakdossier 7] op de grond heeft geduwd en [aangever zaakdossier 7] heeft geschopt tegen diens lichaam en hoofd;
op 22 oktober 2015 te Amsterdam, een bankpas voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
op 22 oktober 2015 te Amsterdam, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit geldautomaten heeft weggenomen geldbedragen van 250,- euro en 110,- euro toebehorende aan [aangever zaakdossier 11] en [slachtoffer] , waarbij verdachte dat weg te nemen geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een bankpas en een pincode welke niet aan hem toebehoorden;
op 2 november 2015 te Amsterdam, op de openbare weg, de [adres zaakdossier 13] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee (met inhoud) en een sleutelbos, toebehorende aan [aangever zaakdossier 13] (geboren in 1933), welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen [aangever zaakdossier 13] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond, dat verdachte en zijn mededader opzettelijk gewelddadig [aangever zaakdossier 13] van achteren en bij diens mond en/of gezicht hebben vastgepakt en vastgehouden en [aangever zaakdossier 13] naar achteren hebben getrokken en de broekzak van [aangever zaakdossier 13] hebben doorzocht en voornoemde portemonnee, die aan een ketting bevestigd zat aan de kleding en een sleutelbos uit de broekzak van [aangever zaakdossier 13] hebben (los)getrokken en weggenomen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [aangever zaakdossier 4]
Vordering van de benadeelde partij [aangeefster zaakdossier 5]
Vordering van de benadeelde partij [aangever zaakdossier 7]
Vordering van de benadeelde partij [aangeefster zaakdossier 7]
Vordering van de benadeelde partij [aangever zaakdossier 13]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
72 (tweeënzeventig) maanden.
€ 5.503,90 (vijfduizend vijfhonderddrie euro en negentig cent) bestaande uit € 503,90 (vijfhonderddrie euro en negentig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade.
€ 5.503,90 (vijfduizend vijfhonderddrie euro en negentig cent) bestaande uit € 503,90 (vijfhonderddrie euro en negentig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
62 (tweeënzestig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 1.050,00 (duizend vijftig euro) bestaande uit € 50,00 (vijftig euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.050,00 (duizend vijftig euro) bestaande uit € 50,00 (vijftig euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 1.050,00 (duizend vijftig euro) bestaande uit € 50,00 (vijftig euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.050,00 (duizend vijftig euro) bestaande uit € 50,00 (vijftig euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 832,40 (achthonderdtweeëndertig euro en veertig cent) bestaande uit € 182,40 (honderdtweeëntachtig euro en veertig cent) materiële schade en € 650,00 (zeshonderdvijftig euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 832,40 (achthonderdtweeëndertig euro en veertig cent) bestaande uit € 182,40 (honderdtweeëntachtig euro en veertig cent) materiële schade en € 650,00 (zeshonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
16 (zestien) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.