ECLI:NL:GHAMS:2019:4
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake voeging en tussenkomst in civiele procedure met betrekking tot vorderingen van Stichting Commerciële Omroep Exploitatie Zuid-Holland
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 januari 2019 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door Stichting Commerciële Omroep Exploitatie Zuid-Holland (SCOEZH) tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. SCOEZH had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 14 september 2016, waarin onder andere werd geoordeeld dat Broadcast Digital Networks B.V. (BDN) geen kosten mocht berekenen bovenop de basis DAB+ dienstverlening. In het hoger beroep heeft SCOEZH gevorderd dat haar afgewezen vorderingen alsnog worden toegewezen en dat de vordering van BDN in reconventie wordt afgewezen. BDN heeft incidenteel geappelleerd en gevorderd dat de in conventie toegewezen vordering van SCOEZH alsnog wordt afgewezen.
Daarnaast was er een incident tot voeging en tussenkomst aan de orde, waarbij Stichting WPR (WPR) zich als eiseres in het incident heeft gevoegd. WPR stelde dat zij door middel van stille cessies de vorderingen van SCOEZH op BDN had overgenomen en wenste deze vorderingen voort te zetten. Het hof heeft geoordeeld dat de vordering tot voeging van WPR werd afgewezen, omdat SCOEZH geen vordering meer toekwam. Echter, de vordering tot tussenkomst van WPR werd toegewezen, omdat zij een eigen vordering op BDN had en voldoende belang had om in het geding tussen te komen.
Het hof heeft de beslissing over de proceskosten aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak en de zaak verwezen naar de rol voor een memorie van eis aan de zijde van WPR. De beslissing over het ontslag van instantie is aangehouden totdat op de vordering van WPR is beslist.