ECLI:NL:GHAMS:2019:3948
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- J.L. Bruinsma
- A.M. Kengen
- Y.M.J.I. Baauw - de Bruijn
- Rechtspraak.nl
Geraffineerde wijze van invoer van verdovende middelen via internationale luchthaven schokt de rechtsorde
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 16 september 2019. De verdachte, geboren in 1987 en thans verblijvende in het huis van bewaring Detentiecentrum Alphen aan den Rijn, had hoger beroep ingesteld tegen het bevel tot zijn gevangenhouding en de afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft de verdachte en zijn raadsman, mr. R. Polderman, gehoord.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van mening dat de gronden waarop deze berust, met uitzondering van het collusiegevaar, voldoende zijn onderbouwd. Het hof benadrukt dat het invoeren van harddrugs in Nederland, in dit geval verstopt in een zending tropische vissen, een feit is dat de rechtsorde schokt. De maatschappelijke impact van drugshandel en de gezondheidsrisico's voor de bevolking zijn belangrijke overwegingen. Gezien de ernst van de verdenking en de geraffineerde wijze van invoer, is het hof van oordeel dat de vrijlating van de verdachte zou leiden tot onrust in de maatschappij.
Met betrekking tot het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis, oordeelt het hof dat er sprake is van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Bij afweging van de omstandigheden, waaronder de zwangerschap van de vriendin van de verdachte, concludeert het hof dat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn die een schorsing rechtvaardigen. Bovendien ontbreekt een plan van aanpak tegen recidive en is het reclasseringsrapport nog niet beschikbaar. Om deze redenen wijst het hof het beroep tegen de bestreden beschikking af.