ECLI:NL:GHAMS:2019:3947

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 oktober 2019
Publicatiedatum
5 november 2019
Zaaknummer
13/180437-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verkapt appel tegen eerdere afwijzing vordering inbewaringstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 9 september 2019. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie ex artikel 67b van het Wetboek van Strafvordering, die was ingesteld tegen de afwijzing van een eerdere vordering tot inbewaringstelling van de verdachte. De verdachte, geboren in 1990 en thans verblijvende in het huis van bewaring Justitieel Complex Zaanstad, had een advocaat, mr. A. el Aqde, die hem bijstond in deze procedure.

Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en de akte van de griffier van de rechtbank, waarin het hoger beroep werd ingesteld. Na beoordeling van de zaak heeft het hof geconcludeerd dat de vordering van de officier van justitie in feite neerkomt op een verkapt appel tegen de eerdere afwijzing van de vordering inbewaringstelling uit 2018. Het hof oordeelde dat artikel 67b van het Wetboek van Strafvordering niet bedoeld is voor deze situatie.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen. Deze beslissing is genomen in raadkamer en is ondertekend door de voorzitter en de raadsheren, met mr. S. Grote Ganseij als griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis gebracht van de verdachte, waarmee de procedure is afgerond.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep van de officier van justitie in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
postadres: [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Justitieel Complex Zaanstad,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 9 september 2019, houdende afwijzing van de vordering ex artikel 67b van het Wetboek van Strafvordering.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 20 september 2019, waarbij door de officier van justitie hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte mr. A. el Aqde.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, zij het op andere gronden.
Naar het oordeel van het hof komt de vordering van de officier van justitie ex artikel 67b van het Wetboek van Strafvordering in feite neer op een verkapt appel tegen de eerdere afwijzing van de vordering inbewaringstelling uit 2018 met parketnummer 13-233468-18. Daarvoor is artikel 67b van het Wetboek van Strafvordering niet bedoeld.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 2 oktober 2019 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. A.M. Kengen en Y.M.J.I. Baauw - de Bruijn, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. Grote Ganseij als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 2 oktober 2019,
de advocaat-generaal