ECLI:NL:GHAMS:2019:3908
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis ontneming in hoger beroep tegen veroordeelde voor diefstal met geweld in vereniging
Op 5 september 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 19 februari 2019. In eerste aanleg had het openbaar ministerie gevorderd dat aan de veroordeelde de verplichting zou worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag van € 705,00 aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De veroordeelde was eerder veroordeeld voor diefstal met geweld in vereniging. Tegen dit vonnis heeft de veroordeelde hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 22 augustus 2019 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis van de rechtbank heeft gevorderd. De verdediging heeft ook haar standpunten naar voren gebracht. Na het onderzoek heeft het hof besloten het vonnis van de rechtbank te bevestigen, waarbij het hof zich verenigde met de overwegingen van de rechtbank.
Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof en is gewezen door de meervoudige strafkamer. De beslissing van het hof houdt in dat de veroordeelde de verplichting tot betaling van het geldbedrag aan de Staat moet nakomen, zoals eerder opgelegd door de rechtbank.