ECLI:NL:GHAMS:2019:3800
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aftrek specifieke zorgkosten en weekenduitgaven voor gehandicapten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 26 maart 2018. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard en de inspecteur van de Belastingdienst veroordeeld in de proceskosten. De zaak betreft de aftrek van specifieke zorgkosten in de inkomstenbelasting voor het jaar 2015, met name de aftrek van uitgaven voor extra kleding en beddengoed, en weekenduitgaven voor gehandicapten. De inspecteur had een aanslag opgelegd aan belanghebbende, die bezwaar maakte tegen deze aanslag. De rechtbank oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat zij recht had op de gevraagde aftrekken. In hoger beroep heeft het Hof de zaak opnieuw beoordeeld. Het Hof concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden voor aftrek van weekenduitgaven voor gehandicapten, omdat haar dochter niet voldoet aan de criteria voor opname in een intramurale inrichting. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.