3.1Enigszins ingekort en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
3.1.1Op 31 oktober 1994 heeft B&E Bouwmanagement B.V., statutair gevestigd in Zwolle (hierna: B&E Bouwmanagement), in eigendom verkregen een terrein met voormalig schoolgebouw aan de [adres], groot 27.60 are, kadastraal bekend [gemeente] sectie A [nummer] (hierna: de onroerende zaak).
3.1.2Bij kredietovereenkomst van 19 augustus 1996 tussen ABN Amro en B&E Bouwmanagement heeft ABN Amro voor de eerste keer krediet aan B&E Bouwmanagement verstrekt.
3.1.3Bij akte van 29 augustus 1996, ingeschreven in de openbare registers op 30 augustus 1996, heeft B&E Bouwmanagement een eerste recht van hypotheek op de onroerende zaak ten gunste van ABN Amro Bank gevestigd.
3.1.4Op 11 juli 1997 zijn de statuten van B&E Bouwmanagement gewijzigd en zijn de naam en zetel gewijzigd in [bestuurder] Holding B.V., statutair gevestigd te Haarlemmermeer. Eveneens op 11 juli 1997 is door [bestuurder] Holding een dochtervennootschap opgericht, genaamd B&E Bouwmanagement B.V., statutair gevestigd te Haarlemmermeer (hierna: B&E Bouwmanagement Nieuw).
3.1.5[bestuurder] Holding is eveneens bestuurder van All Side View Management B.V. (hierna: All Side View Management).
3.1.6Johannes [bestuurder] is bestuurder van [bestuurder] Holding.
3.1.7Bij kredietovereenkomst voor het eerst op 15 augustus 1997 en laatstelijk op 29 juli 2010 tussen ABN Amro Bank enerzijds en B&E Bouwmanagement Nieuw, [bestuurder] Holding en All Side View Management als kredietnemers anderzijds, is aan kredietnemers een krediet verstrekt van in totaal € 3.210.771, met hoofdelijke aansprakelijkheid van alle kredietnemers.
3.1.8Op 25 juni 1999, 25 oktober 2000 en 20 februari 2004 is door B&E Bouwmanagement Nieuw, in hoedanigheid van hypotheekgever, recht van hypotheek verleend aan ABN Amro op de onroerende zaak voor de schulden van B&E Bouwmanagement Nieuw, [bestuurder] Holding en All Side View Management.
3.1.9Bij notariële akte van 13 juli 2005 (ingeschreven in het kadaster op 14 juli 2005, Onroerende zaken Hyp 3, [deel], [nummer]) is door B&E Bouwmanagement Nieuw in hoedanigheid van hypotheekgever het recht van hypotheek verleend aan ABN Amro tot een bedrag van € l .321.000 (vermeerderd met rente en kosten die zijn begroot op € 528.400) op de onroerende zaak voor de schulden van B&E Bouwmanagement Nieuw, [bestuurder] Holding en All Side View Management.
3.1.10Op 10 oktober 2007 en 17 december 2010 is door B&E Bouwmanagement Nieuw in hoedanigheid van hypotheekgever, recht van hypotheek verleend tot een bedrag van (laatstelijk) € 2.821.000 aan ABN Amro op de onroerende zaak voor de schulden van B&E Bouwmanagement Nieuw, [bestuurder] Holding en All Side View Management.
3.1.11Bij royementsakte van 12 juli 2010, ingeschreven op 13 juli 2010, heeft ABN Amro afstand gedaan van de hypotheekrechten gevestigd bij aktes van 30 augustus 1996, 29 juni 1999, 26 oktober 2000 en 23 februari 2004, zoals hiervoor onder 2.1.3 en 2.1.8 genoemd alsmede de hypotheekrechten opgezegd.
3.1.12Op 10 mei 2011 is B&E Bouwmanagement Nieuw in staat van faillissement verklaard. Op 17 mei 2011 is All Side View Management in staat van faillissement verklaard.
3.1.13Bij brief van l juni 2011 heeft ABN Amro de curator bericht dat “wij van uw failliet uit hoofde van een aan B&E Bouwmanagement B.V. c.s. verleende kredietfaciliteit te vorderen hebben een bedrag van EUR 3.173.188,51” en dat de kredietfaciliteit en verstrekte leningen onder directe opeising met onmiddellijke ingang zijn opgezegd. In deze brief noemt de bank als zekerheid voor de betaling van al hetgeen B&E Bouwmanagement Nieuw de bank schuldig is onder meer, twee krediethypotheken van respectievelijk € 1.321.000 en € 1.500.000, beide gevestigd op de onroerende zaak.
3.1.14In een aan de notaris gericht e-mailbericht van 29 augustus 2011 van [bestuurder], ondertekend namens [bestuurder] Holding, is onder meer het volgende vermeld:
“Echter, ik stuit nu op een groot probleem: Uit her register blijkt dat B&E failliet is en volgens de gemeente geeft het kadaster aan dat de eigenaresse B&E Bouwmanagement BV is. (had er iets aan het kadaster gemeld moeten worden?)
Dit is natuurlijk niet zo, maar ik dien het eigendom aan te tonen (...)”
3.1.15Bij akte “Naamswijziging besloten vennootschap” van 30 augustus 2011 is de naamswijziging van B&E Bouwmanagement in [bestuurder] Holding (per 11 juli 1997) geconstateerd en op 30 augustus 2011 ingeschreven in het kadaster en zijn alle registergoederen op naam van B&E Bouwmanagement gesteld op naam van [bestuurder] Holding.
3.1.16Op 10 september 2014 (ingeschreven in het kadaster op 11 september 2014) is de notaris overgegaan tot het ambtshalve opmaken van een “Proces-verbaal van verbetering
”als bedoeld in artikel 45 lid 2 van de Wet op het notarisambt. In het proces-verbaal staat, samengevat, dat naar nu is gebleken in de hypotheekakte van 13 juli 2005 per abuis een hypotheekrecht is gevestigd door B&E Bouwmanagement Nieuw, hetgeen onjuist is omdat ten tijde van het vestigen van dit hypotheekrecht [bestuurder] Holding als enige beschikkingsbevoegd was (en nog altijd is) om dit hypotheekrecht te vestigen en niet B&E Bouwmanagement Nieuw.
3.1.17Bij schriftelijke koopovereenkomst van 5 juni 2015 heeft [bestuurder] Holding verkocht aan [appellant 2] de onroerende zaak voor een koopsom van € 181.735. In het koopcontract is onder meer als volgt vermeld:
“5. Verkoper is huurder van een bedrijfspand van koper. Verkoper heeft een huurachterstand bij koper inzake de huur. De omvang van de huurachterstand is groter dan de waarde van het registergoed.
6. Door de hypotheekhouder ABNAMRO Bank, is vanwege een betalingsachterstand van verkoper een executieverkoop aangezegd van het registergoed. Verkoper heeft een gerechtelijke procedure gestart tegen de hypotheekhouder ter voorkoming van een executieverkoop. Verkoper is van mening dat de hypotheekhouder niet deze bevoegdheid heeft vanwege het nietig zijn van de hypotheekrechten aangezien deze niet door de rechthebbende op het registergoed zijn verleend.
7. Tussen verkoper en de beslaglegger loopt eveneens een gerechtelijke procedure of het gelegde beslag terecht is of niet.”
3.1.18In een uittreksel uit het kadaster van 24 juni 2015 betreffende de onroerende zaak is [bestuurder] Holding als eigenaar vermeld, alsmede een koopovereenkomst met [appellant 2] van 9 juni 2015.
3.1.19Op 16 juni 2015 heeft ABN Amro ten laste van [bestuurder] Holding conservatoir verhaalsbeslag gelegd op de onroerende zaak. Op 22 juni 2015 heeft ABN Amro ten laste van [bestuurder] Holding conservatoir derdenbeslag gelegd onder [appellant 2].
3.1.20Bij brief van 23 juni 2015 aan [appellant 2] heeft ABN Amro de vernietiging van de koopovereenkomst tussen [bestuurder] Holding en [appellant 2] ingeroepen op grond van artikel 3:45 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
3.1.21Bij vonnis van 23 juni 2015 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland de vordering van [bestuurder] om ABN Amro te verbieden verdere executiemaatregelen te nemen toegewezen en daarbij onder meer overwogen dat de herstelakte geen werking heeft.
3.1.22Blijkens het proces-verbaal executoriaal beslag onroerende zaken/zakelijke rechten is op 14 maart 2016 op verzoek van [appellant 2] executoriaal beslag gelegd op de onroerende zaak voor de vordering van [appellant 2] op [bestuurder] Holding uit hoofde van een schuldbekentenis van 18 februari 2016 betreffende een betalingsverplichting van [bestuurder] Holding aan [appellant 2] van € 1.132.035,27.