Uitspraak
1.primairhij op of omstreeks 25 augustus 2009 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (en met voorbedachten rade) [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet ( en na kalm beraad en rustig overleg) met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, op/naar die [slachtoffer] is/zijn toegelopen en/of toegegaan waarna hij, verdachte en/of zijn mededader(s) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat hij/zij hem dood gingen maken en/of (vervolgens) met een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp een of meermalen (met kracht) heeft/hebben gestoken en/of gesneden in/tegen het hart en/of de hartstreek en/of de borststreek en/of buikstreek, althans het lichaam van die [slachtoffer];
meer subsidiairhij op of omstreeks 25 augustus 2009 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan [slachtoffer] opzettelijk
(en met voorbedachte rade) zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (en na kalm beraad en rustig overleg) met een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp , op/naar die [slachtoffer] is/zijn toegelopen en/of toegegaan waarna hij, verdachte en/of zijn mededader(s) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat hij/zij hem dood gingen maken en/of (vervolgens) met een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp een of meermalen ( met kracht) heeft/hebben gestoken en/of gesneden in/tegen het hart en/of de hartstreek en/of de borststreek en/of buikstreek, althans het lichaam van die [slachtoffer] en/of een of meermalen, met een paraplu, in elk geval een scherp en/of puntig en/of hard voorwerp, heeft/hebben gestoken en/of gesneden en/of geslagen in/op/tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer] en/of meermalen, althans eenmaal, (met (grote) kracht) heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of gestompt en/of geslagen in/tegen het lichaam van die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] (met kracht) op/tegen de grond heeft/hebben gegooid en/of geslagen en/of geduwd;
2.hij op of omstreeks 25 augustus 2009 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend met een mes en/of paraplu, althans met een of meer scherpe en/of puntige en/of harde voorwerpen, op die [slachtoffer] toegelopen en/of heeft hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij/zij hem dood gingen maken, in elk geval een of meer dreigende woorden heeft/hebben geuit tegen die [slachtoffer].
poging doodslag dan wel zware mishandeling, openlijke geweldpleging’. Het hof constateert voorts dat zich hier geen van de in het derde lid van artikel 27 van het Kaderbesluit genoemde uitzonderingssituaties voordoet. Bij die stand van zaken is het hof – met de raadsman – van oordeel dat het specialiteitsbeginsel is geschonden door de vervolging van de verdachte voor de onder 1 primair in de eerste plaats ten laste gelegde poging tot moord en de onder 2 ten laste gelegde bedreiging, zodat het openbaar ministerie met betrekking tot die feiten in de vervolging van de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Als het gaat om een inbreuk op de verdedigingsrechten van de verdachte die niet onder het bereik van artikel 359a Sv valt, komt de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging niet in aanmerking, behoudens in het uitzonderlijke geval dat die inbreuk van dien aard is en zodanig ernstig dat geen sprake meer kan zijn van een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM. Daarbij verdient opmerking dat het in de eerste plaats moet gaan om een inbreuk die onherstelbaar is en die niet op een aan de eisen van een behoorlijke en effectieve verdediging beantwoordende wijze is gecompenseerd. Bovendien moet die inbreuk het verstrekkende oordeel kunnen dragen dat “
the proceedings as a whole were not fair”. Uit één en ander volgt dat de niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging slechts in uitzonderlijke gevallen in beeld kan komen. Indien sprake is van een – onherstelbare en niet voor (procedurele) compensatie vatbare – schending van de verdedigingsrechten, liggen andere gevolgen dan de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging meer in de rede. Ingeval bijvoorbeeld het bewijs van de betrokkenheid van een verdachte bij het hem ten laste gelegde uitsluitend steunt op een hem belastende tegenover de politie afgelegde getuigenverklaring, terwijl moet worden aangenomen dat de verdachte niet het bij artikel 6, derde lid aanhef en onder d, EVRM voorziene recht heeft kunnen uitoefenen die getuige te (doen) horen omtrent die verklaring, en verdachtes betrokkenheid bij het hem ten laste gelegde ook niet wordt bevestigd door ander bewijsmateriaal dan wel bedoeld steunbewijs geen betrekking heeft op die onderdelen van de verklaring die door de verdachte zijn betwist, ligt het in de rede dat die betwiste getuigenverklaring niet voor het bewijs wordt gebezigd en de verdachte bij gebreke van ander bewijsmateriaal wordt vrijgesproken. Dat is niet anders indien het tijdsverloop een complicatie heeft gevormd bij de vergaring en de waardering van het bewijsmateriaal (vgl. HR 13 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2059).