ECLI:NL:GHAMS:2019:3652
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding in verband met tijdverzuim en kosten rechtsbijstand
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 oktober 2019 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van verzoeker, geboren in Turkije, die schadevergoeding vroeg op basis van artikel 89 en 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het verzoekschrift is op 15 mei 2019 ingekomen en de advocaat-generaal heeft op 11 juni 2019 zijn standpunt kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling op 26 september 2019 is verzoeker niet verschenen. Verzoeker vraagt om een schadevergoeding van € 315,00 voor schade die hij stelt te hebben geleden door zijn inverzekeringstelling, en € 266,38 voor schade aan zijn auto. Daarnaast vraagt hij om een vergoeding van € 700,00 voor tijdverzuim en € 550,00 voor kosten van rechtsbijstand.
Het hof heeft vastgesteld dat de schadevergoeding op basis van artikel 89 Sv kan worden toegewezen, en kent verzoeker een bedrag van € 315,00 toe. De schade aan de auto wordt afgewezen, omdat deze niet rechtstreeks voortvloeit uit de inverzekeringstelling. Voor het verzoek op basis van artikel 591a Sv, dat betrekking heeft op schade door tijdverzuim, heeft verzoeker onvoldoende objectieve stukken overgelegd om zijn verzoek te onderbouwen. Wel zijn er gronden van billijkheid voor de toekenning van de kosten van rechtsbijstand, waarvoor het hof € 550,00 toekent.
De beslissing van het hof houdt in dat verzoeker in totaal € 865,00 ontvangt, bestaande uit € 315,00 voor schadevergoeding en € 550,00 voor rechtsbijstand. Het hof wijst de overige verzoeken af en beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.