ECLI:NL:GHAMS:2019:3649

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2019
Publicatiedatum
10 oktober 2019
Zaaknummer
R 00054519
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van kosten rechtsbijstand in strafzaak

Op 2 mei 2019 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) voor een vergoeding van kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand in haar strafzaak met parketnummer 23-001685-18. De advocaat-generaal heeft op 2 juli 2019 het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt, waarna op 20 september 2019 de griffie van het hof dit standpunt aan verzoekster heeft gezonden. Tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer op 26 september 2019 is verzoekster niet verschenen, maar heeft zij telefonisch laten weten dat zij op de hoogte was van de behandeling en dat zij geen schade heeft, omdat haar verzekeraar de kosten van een raadsman heeft vergoed. Verzoekster heeft het verzoek ingediend om haar verzekeraar ter wille te zijn, maar wenst verder geen bemoeienis met het verzoek.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000545-19 (591a Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-001685-18
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1961,
adres: [adres].

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 2 mei 2019 ingekomen.
Op 2 juli 2019 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt.
Op 20 september 2019 heeft de griffie van het hof het standpunt van het Openbaar Ministerie gezonden aan verzoekster.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 26 september 2019 de advocaat-generaal ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoekster is niet verschenen.

2.Inhoud van het verzoek

Het verzoek strekt tot het toekennen van een vergoeding op de voet van artikel 591a Sv ter zake van kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak met voormeld parketnummer ten bedrage van € 12.581,50

3.Beoordeling van het verzoek

Bij arrest van dit hof van 6 maart 2019 is de strafzaak met voormeld parketnummer geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Verzoekster heeft -tijdens de onderbreking van het onderzoek in raadkamerzitting- telefonisch aan de griffier van het hof laten weten dat zij op de hoogte is van het feit dat het verzoekschrift op 26 september 2019 wordt behandeld, dat zij geen schade heeft nu haar verzekeraar [verzekeraar] de kosten van een raadsman heeft vergoed, dat zij het verzoek heeft ingediend om [verzekeraar] ter wille te zijn, dat zij verder geen bemoeienis wil hebben met het verzoek en ook niet in raadkamer wenst te verschijnen.
Gelet op het voorgaande zal het hof verzoekster niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoek wegens gebrek aan belang.

4.Beslissing

Het hof :
Verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. M. Iedema, F.A. Hartsuiker en V. Mul, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 10 oktober 2019.