Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2. Feiten
[B] Tropicalen legt zich met name toe op de verkoop van Surinaamse groente, fruit en specerijen. De winkel van [geïntimeerde] is gevestigd in de ‘ [locatie X] ’ in het winkelcentrum van [locatie Y] . [locatie X] is een grote hal met blokken van winkels zonder voorpui met daartussen passages.
BESLISSING
verbiedt [appellant] om tot 1 december 2016 binnen een straal van 5 kilometer van de “ [locatie X] ” aan het [adres] werkzaam te zijn bij een derde die in dezelfde branche zijn bedrijf uitoefent als [geïntimeerde] , te weten in de verkoop van groente, fruit en specerijen, en bepaalt dat [appellant] een dwangsom verbeurt van € 250,00 per (gedeelte van een) dag voor iedere dag dat [appellant] in strijd handelt met deze veroordeling met een maximum van € 25.000,00.”
3.Beoordeling
te wetenin de verkoop van groente, fruit en specerijen. Daarmee ziet het verbod op werkzaamheden in een bedrijf dat zich daadwerkelijk bezig houdt met de verkoop van groente, fruit en specerijen. Het feit dat [A] naast een winkel in groente, fruit en specerijen nog een slagerij exploiteert, maakt dan ook niet dat [appellant] , door in deze slagerij te gaan werken, het verbod heeft overtreden of dat het verbod zich ook tot werkzaamheden in de slagerij is gaan uitstrekken. De omstandigheid dat de slagerij en de groente- en fruitwinkel van [A] zich in [locatie X] naast elkaar bevinden, brengt voorts niet mee dat deze beide winkels niet meer van elkaar onderscheiden kunnen worden.