ECLI:NL:GHAMS:2019:3442
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Douaneschuld bij invoer van rooktabak en de gevolgen van persoonlijke omstandigheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de douaneschuld van een belanghebbende die 9 kg rooktabak had ingevoerd via het groene kanaal. De belanghebbende, die slecht Nederlands sprak en niet op de hoogte was van de wetgeving, had de aankomsthal verlaten zonder de tabak aan te geven. De inspecteur van de Belastingdienst/Douane had een uitnodiging tot betaling (utb) van € 1.134,14 opgelegd, waarvan een aanzienlijk deel aan accijns en douanerechten. De rechtbank had eerder het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep ging.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de douaneschuld terecht was vastgesteld. De persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende, zoals zijn financiële situatie en gebrek aan kennis van de wetgeving, werden niet als relevante factoren beschouwd voor de vaststelling van de douaneschuld. Het Hof benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van iedere reiziger is om zich op de hoogte te stellen van de douaneregels. De uitspraak concludeerde dat de belanghebbende de verschuldigde belastingen moest betalen, ongeacht zijn persoonlijke omstandigheden, en dat de utb correct was opgelegd. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.