ECLI:NL:GHAMS:2019:3398
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van recidivegevaar en voorlopige hechtenis in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 september 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1998 en momenteel verblijvende in het Forensisch Centrum Teylingereind te Sassenheim, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 12 augustus 2019, die een bevel tot zijn gevangenhouding inhield. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de raadsman van de verdachte een mondeling schorsingsverzoek gedaan. Het hof heeft de beschikking waarvan beroep bekeken en de relevante stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis bestudeerd. De advocaat-generaal en de verdachte waren ook aanwezig tijdens de zitting.
Het hof heeft zich verenigd met de beschikking van de rechtbank, voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen. De rechter-commissaris had eerder al recidivegevaar aangenomen, en het hof heeft deze motivering overgenomen. Het hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat de verdachte eerder was aangehouden met een aanzienlijk geldbedrag en een weegschaal in zijn bezit had. Het hof heeft geen vertrouwen in de mogelijkheid om het recidivegevaar te beperken door het stellen van voorwaarden, zoals elektronische controle. De verdachte heeft grote schulden en zijn eerdere contacten met de politie hebben hem er niet van weerhouden opnieuw in de problemen te komen met de wet. De hoeveelheid verdovende middelen die bij de verdachte is aangetroffen, heeft ook bijgedragen aan de beslissing.
Uiteindelijk heeft het hof het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen en het beroep tegen de bestreden beschikking verworpen. De beslissing is genomen in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.