ECLI:NL:GHAMS:2019:3396

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 september 2019
Publicatiedatum
20 september 2019
Zaaknummer
15-192191-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geen geloofwaardige en verifieerbare verklaring voor verdovende middelen in koffer is genoeg voor ernstige bezwaren invoer

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 september 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in Suriname en thans verblijvende in het Justitieel Complex Zaanstad, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, die op 21 augustus 2019 een bevel tot zijn gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.M.J. Nuijten, gehoord.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep bekeken en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte geen geloofwaardige en verifieerbare verklaring heeft gegeven over de aanwezigheid van verdovende middelen in zijn koffer. De verdachte heeft niet kunnen uitleggen hoe deze middelen zonder zijn medeweten in zijn bagage terecht zijn gekomen. Gezien deze omstandigheden oordeelt het hof dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte met betrekking tot het feit waarvoor hij in voorlopige hechtenis is genomen.

Daarom heeft het hof het beroep van de verdachte tegen de bestreden beschikking afgewezen. Deze beslissing is genomen in raadkamer en is op 11 september 2019 gepubliceerd. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht, waarmee de procedure is afgerond.

Uitspraak

15-192191-19
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1983,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans verblijvende in het huis van bewaring Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 21 augustus 2019, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 26 augustus 2019, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. M.M.J. Nuijten.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
De verdachte heeft vooralsnog geen geloofwaardige en verifieerbare verklaring gegeven over hoe de verdovende middelen buiten zijn medeweten in zijn koffer terecht zouden zijn gekomen. In die omstandigheden is er sprake van ernstige bezwaren voor het op de vordering inbewaringstelling vermelde feit.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 11 september 2019 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma , voorzitter,
mrs. M. Iedema en M. van der Horst, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. de Jong als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 11 september 2019,
de advocaat-generaal