Uitspraak
1.Het verdere geding in hoger beroep
2.Beoordeling
27 juni 2014 ingeleverd op het kantoor van de notaris. Dit wordt bevestigd door [broer klagers] in zijn brief van 1 oktober 2018, gericht aan de notaris (productie 9). Bij brief van 22 augustus 2014 heeft de kandidaat-notaris de conceptakten (testament en volmacht) aan de moeder verzonden en daarin onder meer vermeld dat de notaris ook de akten bij de moeder thuis kan passeren. Vervolgens is met [broer klagers] de afspraak gemaakt dat de notaris op 4 september 2014 te 10:30 uur de akten bij de moeder thuis te [plaats] zou komen passeren, aangezien geen van de kinderen van de moeder die dag beschikbaar was om haar naar het kantoor van de notaris te brengen. De moeder was die dag alleen thuis en tijdens de afspraak bleek al vrij snel dat de moeder wijzigingen wenste in het testament (de executeursbenoeming) en in de volmacht (de volgorde van de gevolmachtigden). Nu deze wijzigingen qua omvang ingrijpend bleken te zijn en de akten dus niet bij renvooi konden worden gewijzigd, is de notaris teruggegaan naar kantoor om daar de akten te laten wijzigen. De notaris verwijst ter onderbouwing van het vorenstaande naar de producties 10 tot en met 12 (agenda-uitdraai, conceptakten, overzicht digitale documenten). Diezelfde dag is de notaris na kantooruren teruggegaan naar de moeder en heeft de moeder in het bijzijn van (enkel) de notaris de akten ondertekend. Op 23 december 2014 is op het kantoor van de notaris gesproken over de schenkingsakte (productie 13, agenda-uitdraai), die vervolgens op 31 december 2014 is gepasseerd. Tijdens het gesprek op 23 december 2014 heeft de notaris duidelijk gemaakt dat een nieuwe akte moest worden gepasseerd om fiscale redenen (productie 14, notafax van 16 november 2005).