Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 20 februari 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1994, was eerder veroordeeld voor diefstal in vereniging met braak, waarbij hij samen met een medeverdachte twee autokraken had gepleegd. De politierechter had de verdachte een taakstraf van 120 uren opgelegd, subsidiair 60 dagen hechtenis, waarvan 60 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De advocaat-generaal had in hoger beroep een lagere taakstraf van 80 uren gevorderd, maar de raadsman pleitte voor een geldboete vanwege de positieve ontwikkeling in het leven van de verdachte.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de strafoplegging gewijzigd. Het hof oordeelde dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die een positieve ontwikkeling vertoonden, aanleiding gaven om een geldboete op te leggen in plaats van een taakstraf. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten en het hof vond de gepleegde feiten ernstig, maar de omstandigheden van de verdachte rechtvaardigden een andere benadering.
Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 500,00 en 10 dagen hechtenis, met de mogelijkheid om de hechtenis om te zetten in een geldboete bij gebreke van betaling. Het hof heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de geldboete. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof.