Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Gerechtshof Amsterdam
Op 27 augustus 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 20 februari 2018. De zaak betreft een verdachte die samen met een medeverdachte zich schuldig heeft gemaakt aan twee pogingen tot diefstal met braak, specifiek autokraak, door de achterruiten van twee auto’s in te slaan. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, waarvan 60 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een lagere taakstraf van 80 uren gevorderd, terwijl de raadsman om een geldboete heeft verzocht, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de strafoplegging gewijzigd. Het hof heeft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, die een positieve ontwikkeling vertonen. Gezien de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, heeft het hof besloten om een geldboete op te leggen van € 500,00, in plaats van een taakstraf. Daarnaast is er 10 dagen hechtenis opgelegd, die bij gebreke van betaling kan worden omgezet. Het hof heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de geldboete, volgens een maatstaf van € 50,00 per dag.
De beslissing van het hof is genomen in het belang van de verdachte, waarbij de positieve ontwikkeling in zijn leven is meegewogen. Het hof heeft de ernst van de feiten niet onderschat, maar heeft gekozen voor een straf die meer aansluit bij de huidige situatie van de verdachte.