ECLI:NL:GHAMS:2019:3077
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging koopovereenkomst wegens dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden in vastgoedtransactie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietigbaarheid van een koopovereenkomst. De appellant, eigenaar van een woning, had een koopovereenkomst getekend met HNV-Vastgoed B.V. voor de verkoop van zijn woning. De appellant stelde dat hij de overeenkomst wilde vernietigen op basis van dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden. De rechtbank Noord-Holland had eerder in eerste aanleg de vordering van HNV toegewezen, waarbij de appellant werd veroordeeld tot medewerking aan de notariële levering van de woning.
De appellant had in hoger beroep drie grieven ingediend. In de eerste grief betoogde hij dat zijn wil op het moment van de overeenkomst niet gericht was op verkoop, maar op een oriënterend gesprek. Het hof oordeelde dat de feiten erop wezen dat de appellant wel degelijk de intentie had om te verkopen, en dat HNV redelijkerwijs mocht afgaan op de uitlatingen van de appellant.
In de tweede grief stelde de appellant dat de koopsom te laag was en dat dit een wilsgebrek opleverde. Het hof verwierp deze stelling, omdat de appellant niet voldoende had onderbouwd dat de koopsom niet redelijk was, en dat HNV niet op de hoogte was van de vermeende onduidelijkheid over de waarde van de woning.
De derde grief betrof de stelling dat de appellant subassertief en beïnvloedbaar was, maar het hof oordeelde dat HNV niet had hoeven begrijpen dat de wil van de appellant gebrekkig was gevormd. Aangezien alle grieven faalden, bekrachtigde het hof het vonnis van de rechtbank en veroordeelde de appellant in de proceskosten.