Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.COREL AMSTERDAM B.V.,
KURUM HOLDING B.V.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die een vervolg is op een tussenarrest van 3 juli 2018, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellanten, Corel Amsterdam B.V. en Kurum Holding B.V., hebben een rechtskeuze voor Nederlands recht gemaakt. De zaak betreft een vordering van Bramatex Holding S.A.R.L. tot betaling van een factuur van € 94.662,15, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten. Het hof heeft geoordeeld dat de vordering van Bramatex voor een deel toewijsbaar is, maar dat een deel van de factuur niet toewijsbaar is omdat Corel c.s. hebben aangevoerd dat de factuur betrekking heeft op stoffen die nooit zijn afgenomen. Het hof heeft vastgesteld dat Bramatex onvoldoende duidelijk heeft gemaakt op welke rechtsgrond dit deel van de vordering berust, waardoor dit deel van de vordering wordt afgewezen. Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.721,62 niet toewijsbaar zijn, omdat Bramatex niet heeft onderbouwd dat deze kosten zijn gemaakt voor verrichtingen die meer omvatten dan een aanmaning. Het hof heeft de vordering van Bramatex tot betaling van € 94.662,15 vernietigd en Corel c.s. veroordeeld tot betaling van € 81.980,25, vermeerderd met wettelijke handelsrente en € 40,- aan buitengerechtelijke incassokosten. Corel c.s. zijn in de kosten van het geding in appel verwezen.