ECLI:NL:GHAMS:2019:2831

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2019
Publicatiedatum
1 augustus 2019
Zaaknummer
23-002720-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 8 juli 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in 1972, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting op 17 juli 2019 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard moest worden in het hoger beroep.

Het hof constateerde dat er door of namens de verdachte geen schriftelijke grieven waren ingediend en dat er ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis waren opgegeven. Bovendien bleek er geen rechtens te respecteren belang te zijn dat een verder onderzoek van de zaak rechtvaardigde. Op basis van deze overwegingen heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

De beslissing van het hof werd genomen door de meervoudige strafkamer, waarin de rechters P. Greve, S. Clement en J.W.H.G. Loyson zitting hadden. De uitspraak vond plaats op de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij griffier S. den Hartog aanwezig was. Het arrest werd niet mede ondertekend door mr. P. Greve, die buiten staat was om dit te doen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-002720-16
Datum uitspraak: 17 juli 2019
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 8 juli 2016 in de strafzaak onder de parketnummers
15-098587-16 en 16-119326-14 (TUL) tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
adres: [adres]

Onderzoek ter terechtzitting

Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
van 17 juli 2019.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkend tot de
niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het ingestelde hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak.
Om voornoemde redenen wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P. Greve, mr. S. Clement en mr. J.W.H.G. Loyson, in tegenwoordigheid van S. den Hartog, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 juli 2019.
mr. P. Greve is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.