ECLI:NL:GHAMS:2019:2831
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- P. Greve
- S. Clement
- J.W.H.G. Loyson
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 8 juli 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in 1972, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting op 17 juli 2019 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard moest worden in het hoger beroep.
Het hof constateerde dat er door of namens de verdachte geen schriftelijke grieven waren ingediend en dat er ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis waren opgegeven. Bovendien bleek er geen rechtens te respecteren belang te zijn dat een verder onderzoek van de zaak rechtvaardigde. Op basis van deze overwegingen heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De beslissing van het hof werd genomen door de meervoudige strafkamer, waarin de rechters P. Greve, S. Clement en J.W.H.G. Loyson zitting hadden. De uitspraak vond plaats op de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij griffier S. den Hartog aanwezig was. Het arrest werd niet mede ondertekend door mr. P. Greve, die buiten staat was om dit te doen.